229
alsnog bedreigd is, betreffen meerendeels misdrijven, zoo als die van verraad;
welke ook reeds in het gemeene recht met straf zijn bedreigd, en wel met eene
onteerende straf. Bij het ontwerp wordt mitsdien voorgesteld, de doodstraf met
den strop te vervangen door de doodstraf met den kogel, met voorafgaande
eerloos verklaring, even als in Frankrijk naast de doodstraf met den kogel
zonder eerloosheid de doodstraf met den kogel met degradation militaire
is aangenomen.
Dientengevolge is de eerloosverklaring ook onder de bijkomende straf
fen opgenomen. Die bijkomende straffen zijn voorts duidelijker dan
in het ontwerp van 1868 geformuleerd, terwijl aan de vervallenverklaring
van den militairen stand, die in gezegd ontwerp den naam van cassatie
had bekomen, haar tegenwoordige naam is gelaten, waardoor haar karak
ter van bijkomende straf, in tegenstelling van de cassatie als hoofdstraf,
beter is bewaard. Tevens is naast de vervallenverklaring ook eene tijde
lijke ontzegging opgenomen, waarvan de beteekenis in het vervolg dezei
toelichting nader zal worden besproken.
De kruiwagenstraf is, even als in gezegd ontwerp, ook in het tegen
woordige door de militaire gevangenisstraf vervangen, eene verandering
die slechts de wettelijke sanctie is van hetgeen feitelijk reeds bestaat;
terwijl naast de twee reeds vermelde hoofdstraffen alleen de cassatie en
de militaire detentie zijn behouden. De eerlooze cassatie is, even als de
analoge straf van het wegjagen als een eerloozen schelm, weggelaten.
Als straf voor eene overtreding van militaire verplichtingen isdeburgei-
lijkc eerloosheid niet voldoende gerechtvaardigd. (Wordt vervolgd.)
Het Militair Weduwen- en Weezenfonds.
In de vorige aflevering van dit tijdschrift doet Vox Legionis eenige
vragen omtrent het Militair "Weduwen-en "Weezenfonds. Heeft Vox Legionis
geene kennis genomen van het in den jaargang 1879, 2e deel, bladz. 27o,
413 en 486 van dit tijdschrift voorkomende opstel van Davidgetiteld
„Het Indisch Militair Weduwen- en Weezenfonds" en de daarop van mij
gevolgde repliek, getiteld: „Het Militair Weduwen- en Weezenfonds,"
voorkomende op bladz. 513, 1° deel, jaargang 1880 en bladz. 52, 2e deel,
jaargang 1880 van dit tijdschrift? Zoo niet, dan neme hij alsnog kennis
van den inhoud dier opstellen. De bestudeering van het daarin verhandelde
zal hem de gewenschte inlichtingen verschaffen. De verliezen, in 40 jaren
tijds door het fonds geleden, bedragen nog altijd (zie pag. 515,1,1880) ƒ56500,
zoodat er ton onrechte over verliezen van het fonds gemompeld wordt.
H. A. A. N.