432 De correspondentie van militaire autoriteiten in Indië en de vereenvoudigingen hierin gebrachtvoor zooverre betreft de Militaire Administratie. Het opstel over de correspondentie van de militaire autoriteiten in In dië, voorkomende in do elfde aflevering, jaargang 1881 van dit tijdschrift, wenschen wij eenigszins nader te bespreken, ten einde de vereenvoudi gingen na te gaan, welke, voor zooverre betreft de Militaire Administratie, in de correspondentie zijn gebracht, om ten slotte eenige middelen aan te geven, waardoor op den duur eene belangrijke besparing van arbeid ver kregen zal worden. Over bet nuttelooze van bet schrijven op half blad, instede van op 3/4, zijn wij het volkomen met den schrijver cons. De nadeelen hiervan zijn moer papierverbruik, zwaardere postpakketten en grootere bundels in de archieven, terwijl hieraan geen enkel beduidend voordeel verhonden is. Aangezien nu het schrijven van brieven op geheel vel de zelfde nadeelen oplevert, als hierboven is opgenoemd, zoo is'het eenvoudiger, alle brieven zoo veel mogelijk op een half vel papier te schrijven. Hoewel, voor zooverre ons bekend, nergens is bepaald, dat alle brieven op geheel vel moeten worden geschreven, zoo geschiedt dit in den regel met brieven, aan chefs gericht en loopt men, dit niet doende, gevaar, van ongepast heid beschuldigd te worden. Is het minder passend, brieven op half vel te schrijven, dan geldt dit o. i. ook voor den chef; want, zoo als terecht in dat opstel wordt opgemerkt, behoort ook de meerdere tegen over den mindere égards te hebben. Is er bepaald, dat alle brieven op geheel vel moeten zijn geschreven, dan is dit natuurlijk verplichtend zoowel voor den chef als voor den mindere. Wat gebeurt nu evenwel in vele gevallen De chef vergt van zijne onderhebbenden, dat zij op geheel vel schrijven, terwijl deze laatsten allo brieven van dien chef op half vel ontvangen. Worden de onbeschreven halve vellen niet menigmaal ten bureele van den chef van den brief afgescheurd en voor andere doeleinden benut? Ook zijn wij het met den schrijver eens, dat niet duidelijk genoeg is bepaald, in welke gevallen men met Onderwerp behoort te schrijven. Zoo doet zich bijv. ook de vraag voor of een kwartiermeester van een corpsraad met Onderwerp moet schrijven aan den commandant van het corps, waarbij hij geplaatst is, en aan den plaatselijk militairen comman dant. Wat toch zijn feitelijk-hierarchiek bovengestelde machten? Met betrekking tot de verhouding der betrekkingen, wenschen wij nog de vraag te doen, in welke verhouding staat b. v. de eerstaanwezend officier

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 355