ONTWERP TOT REORGANISATIE
INFANTERIE YAN HET INDISCHE LEGER.
Vervolg en slot. Zie afl. No's 2 en 3).
Y.
Nu wij de formatie van de veld- en garnizoenstroepen hebben
vastgesteld, zal daaruit moeten worden afgeleid die van de depótbataljons
en deze zijn zeker niet de minst gewichtige deelen, waaruit de
Infanterie moet bestaan.
In den loop van onze verhandeling hebben wij reeds op de be
stemming van de depots gewezen.
Om aan die bestemming naar behooren te voldoen, moeten de depóts
I. de elementen bevatten om de verliezen aan kader en man
schappen der overige corpsen in gewone tijden en regelmatig aan
te vullen;
II. kunnen voorzien in omstandigheden, wanneer buitengewone
aanvulling noodig is, dat is bij expeditiën;
III. een vast personeel hebben voor hun beheer en de vorming
van kader en recruten.
Wij zullen nu achtereenvolgens aangeven de sterkte van het
personeel, gevorderd om aan elk dier eischen te voldoen.
De eerste der drie voorwaarden zal door de depótbataljons kunnen
worden vervuld, wanneer zij zoo veel EuropeanenAmboineezen en
Inlanders tellen als het gemiddeld percent verlies bedraagt, dat dooi
de Infanterie wordt geleden.
Wij hebben nu gevonden, dat het gemiddeld verlies in de laatste
10 jaren bedroeg:
bij de Europeanen 14
bij de Amboineezen 10°/o
bij de Inlanders ll,6°/0j
DER