HET DETACHEEREN VAN OFFICIEREN LEGER IN NEDERLAND BIJ DAT IN NEDERLANDSCH- INDIE EN OMGEKEERD. Het zal misschien nu om en by eene halve eeuw geleden zijn, toen het volstrekt niet tot de zeldzaamheden behoorde, dat aan den officier van het Nederlandsche leger, die het wat al te bont maakte en op het punt stond, gedemitteerd te worden, door zijn chef het alternatief mocht worden gesteld om of ontslag uit de dienst of overplaatsing bij het Oost-Indiscli leger te vragen. Het Indisch officierscorps was toen, het hooge woord moet er uit, de vuilnisbak van het Nederlandsche corps officieren, een toestand trouwens, welke in die dagen niet bijster zwaar op het geweten in Nederland drukte, dewijl zeer consequent daarmede gehandeld werd ook bij de aanvulling van personeel in alle andere takken van Indisch bestuur en administratie. Het voorgaande wil geenszins zeggen, dat er ook toen niet vele beschaafde, hoogst verdienstelijke officieren in het Indisch leger aanwezig waren, die ook in Nederland eene eereplaats zouden in genomen hebben! Deze gedachte zij verre van ons. Het feit viel echter toenmaals niet te loochenen, dat de militaire chefs in Nederland naar de Oost-Indische koloniën trachtten te boegseeren, hetgeen zij hier om verschillende redenen gaarne wilden missen. Gelukkig evenwel ligt dit tijdvak reeds vele jaren achter ons en mogen wij thans getuigen, dat de door ons bedoelde detacheeringen of overplaatsingen bij het Indisch leger bijna geheel tot het verleden zijn gaan behooren. Bijna geheel zeggen wij, omdat er in onzen tijd nog nu en dan restantjes van die wanbedeeling van weleer zijn VAN HET

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 426