734 De Heer Van Haeften heeft naar het goede gestreefd. En, wij zeggen het Multatuli na: Streven naar liet goedeis goed. En nu ten slotte nog dit, wijl het bij eene aankondiging behoort: Wij zijn geen „deskundigen", maar constateeren toch met genoegen, dat de Firma Ogilvie <0 Co. te Batavia heeft gezorgd voor goed papier, een duidelijken druk en een net uiterlijk. S. 24 April '82. Een bataljons-adjudant De gepensioneerde Luitenant-generaal van het Nederlandsch-Indisch Leger, adjudant des Konings in buitengewone dienst, Z. Exc. de heer K. van der Heyden, wendde zich bij adres, gedag'teekend 's Gravenhage den 25sten Februarij 1882, tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De adressant bespreekt daarin, onder toezending eoner uitvoerige Me morie, naar aanleiding van het voorgevallene op 18 November 1881 in de Tweede Kamer, twee onderwerpen, namelijk „de verwijdering van den Luitenant-generaal van der Heyden uit Atjeh" en „de beschuldiging van wreedheid van het Atjehsche legerbestuur." Wat het eerste punt betreft, de verwijdering van den adressant uit Atjeh, hoezeer het volgens hem met het tweede in naauw verband staat, zegt hij „dit geheel aan de hooge prudentie der Tweede Kamer over te laten;" voor zich zelve vraagt hij op dat punt niets. Anders is het met tweede punt, de beschuldiging namelijk van onmen- schelijke wreedheid in het Atjehsche legerbestuur, en de smet op hem geworpen, dat hij aan zulke wreedheid door medeweten, oogluikend toelaten of nalatig niet tegengaan, medepligtig is. Tegen deze beschuldiging die, naar adressants meening, de beteekenis EN EEN „gewoon" LUITENANT. Gedrukte stukken der Staten-Generaal 1881 1882. Bijblad der Nederlandsche Staats-courant 1881. Adres van den gepensioneerden Luitenant- generaal van het Nederlandsch-Indisch Leger, K. van cler Heyden. Verslag der Commissie voor de Verzoekschriften.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 659