"V A IR, I A_
Hoe cle Indische Regeering omspringt met Militaire beginselen
Ziedaar, M. d. R., een opschrift, waarover ik lang gedacht heb, eer ik
het neêrschreef.
Waarom? Wei, ik wensch als Multatuli gelezen te worden. En,
als ik nu boven dit stukje had gezet: Regeerings-beginselen bij het ver
kenen vun gratieof: Handhaving der krijgstuchtdan wel iets anders
wat juister den inhoud weêrgafdan zouden vele lezers gedacht hebben:
Gratieeringen Krijgstucht? Merci! ik heb er al genoeg van.
Maar een opschrift als het gekozene, of liever nog een alsOnver
antwoordelijke Regeerings-beginselen bij liet verkenen van gratie aan ter
dood veroordeelde militairen ziet u, dat trekt de aandacht; dat belooft
iets pikants. De Regeering, denkt men dan, heeft al zooveel op Haar
gewetenwat er nu zal gezegd worden, zal dus stellig ook wel goed ge
peperd zijn.
Stel U echter gerust, de peper mankeert. Integendeel is hetgeen ik te
zeggen heb niet pikant; het is zelfs dor en eentoonig, daar ik het moest
putten uit het deftige Bijblad op het Staatsblad van N. I. en uit de
Dag-orders voor het Indisch Leger.
U moet namelijk weten, dat ik hier op onzen liefelijken buitenpost doe,
wat de meeste mijner kameraden in groote garnizoenen wel zullen nala
ten. Ik lees n. 1. niet alleen de Algemeene Orders, welke de maandelijksche
Jam-boot ons brengt, maar ben reeds zóó diep gezonken, dat ik zelfs de
Dag-orders lees en bestudeer. Nog erger! Ik heb ze allo netjes in
bundeltjes present en ben een paar dagen na aankomst der boot reeds
„bij, tot en met den dag." Hoe zou het ook anders mogelijk zijn, om te