104
van te nemen, en die thans, door den druk te verspreiden, en of de
nieuw opgetreden Redacteur van ons Tijdschrift ecnc goede daad verrigt-
te, door in zijn eersteling een plaats aan zóódanig opstel te verleenen,
ook dit zijn alle vragen, die ik zéér stellig vermeen, ontkennend te moe
ten beantwoorden.
Ten overvloede verwijs ik naar de A. O. 1879, No. 14, 4, artikels
1 en 5, waarbij met ontslag uit 's lands dienst wordt bedreigd, o. a. „het
„door den druk, of eenige andere wijze, openbaar maken, van cenig ge
deelte der Gouverncments archieven", ook zelfs „bij wijze van uittreksel
„zonder daartoe uitdrukkelijk van regeringswege te zijn gemagtigd".
Van die magtiging nu blijkt niets; en, ik geloof ook niet, dat die is
aangevraagd en verleend geworden!
Wanneer men nu let op de moraal der historie, dan zoude N. N.'s.
redenering aldus kunnen worden omgezet.
„Zie nu eens aan, Kameraden! Voor 40 a 50 jaar geleden gedroegen
sommige subalterne officieren zich als dronkelappen, en halve gekken;
al hetgeen thans Yeel minder gebeurt!
Zij werden dan ook door hunne chefs, die wel „kranige soldaten, maar
geen „officiers superieurs" waren, integendeel! flink weg in de doos
gestopt, en, onder do onmogelijkste, de bespottelijkste mutatiën, met
provoost, streng-arrest, e. z. v. gestraft, ende zij mopperden niet
ende zij reclameerden nietzij maakten hunne Chefs het leven niet
astig, integendeel, zeer gemakkelijk, ende zij gaven geen koopjes aan die
kranige soldaten, die dan ook, gansch onvervaerden zonder eenige
vrees voor de gevolgen, hunne Luitenants als eenvoudige flankeurs in
den provoost stoptenen den grootsten bombast in de strafregisters
konden neêrschrijven
Maar GijliedenGij maakt U nu wel minder schuldig aan dronken-
Ischap en daaruit voortvloeiend pligtverzuim, maar, Gij zijt, daarentegen, be
vangen door: „den geest des tijds! ende gij reclameert wel over uwe straf
fen! Dat reclameren is een „soort van ziekte", een „uitvinding van de
„laatste 20 jaren", waarvan gij moet trachten te genezen; een „zucht",
tot het „leveren van koopjes" die ge af moet leggen
Daarom, mannen, broeders! neemt, ten dezen, een voorbeeld aan de
Luitenants van '40.Reclameert nietAnders durven uwe chefs,
„heuschniet meer die straffen op te leggen, welke, volgons hunne in-
„nige overtuiging ten volle verdiend zouden zijn. Het is treurig, maar,
het is waar
Ja! N. N. 'tis treurig, maar 't is waar, dat gij, in ons Militair Tijd-