106
regel bevestigen. Mogten er, indedaad, officieren zijn, die zóódanig onge
grond on lig-tvaardig reclameren, dat hunne reclame alleen aan „verre
gaande oneerbiedigheid" moet worden toegeschreven, dan behooren die
voorzeker, ter zake voorbeeldig streng te worden gestraft.
Maar, N. N. ge spreekt in het algemeen, dus, van wat regelniet van
wat uitzondering is; en, regel is: dat officieren wel deugdelijk ten regte ro-
clameren, dat: „met het getal der klagers, ook het getal der in het gelijk
„gestelden toeneemt".
Dat „in de laatste 20, zelfs in do laatste 10 jaren, veel meer door
officieren over disciplinaire straffen wordt gereclameerd dan vroeger, is
volkomen waar. Maar dit is, in hoofdzaak, het gevolg van de meer en
meer ontwikkelde achting voor zich zelve, die, als een gunstig teeken des
tijds, de jongere leden van het tegenwoordige officiers-korps bezielt';
een gevolg van den daarmede gelijken tred houdenden weerzin tegen
willekeur en onregt, gepaard met den moreelen moed, om zich daartegen
te verzetten, op mannelijke, maar gepaste wijze; gebruik te maken van
hot onbetwistbare regt, daartoe door Z. M. onzen geërbiedigden Koning
geschonken; gebruik te maken van den weg, daartoe door den wetgever
zeiven aangewezen.
Dat dit meer ontwikkeld self-respect", dat meer en meer huldigen van
don gulden regel: „Quand tu vcux qu'on te respecte, commence, par te
„respecter toi-même!" den strafopleggers dwingt tot meer omzigtigheid
dan voor oene halve eeuw geleden, is zeer begrijpelijk, maar, dit mager
nimmer toe leiden, om, nu eenmaal die middeleeuwschc straffen voor offi
cieren, in art. 28 R. v. Kr. nog pligtmatig zijn voorgeschreven, deze
niet toe te passen, wanneer men ze, indedaad, dringend noodig acht.
Dit is strijdig met eed en pligt, en kan dus nimmer gelden als argu
ment, om ook önregtvaardig opgelegde, of slecht omschreven straffen lijde
lijk te verdragen.
„Un bon soldat doit souffrir et se taire", zeggen sommige „gros
bonnets", sommige „gens en place". Ik daarentegen zeg: Krijgstucht
die ziel van elk goed Leger, is geen servilisme.
„Qui veut commander, doit savoir obéir!" Zéér juist, N. N.! Maar,
dat geldt voor allen.
Dat heeft, wijlen de Legorkominandant Kroesen héél èrg duidelijk ge-
Over het artikel: „straffen voor officieren", zal ik ook weldra mijne denkbeelden
ontwikkelen. v. V.