108 „regtvaardige bejegening is" nu juist, dat, door U, N. N. gewraakte „regt „van reklame". Het is het Indisch Weekblad van het liegt [18723 Junij j dat die stelling verkondigt, waarmede ik mij geheel verecnig. „De vraag rijst" aldus vervolgt dat orgaan van het Regt, „of niet „welligt de ligtvaardigheid en de hartstogtelijkheid, waarmede dikwerf, „zonder behoorlijk onderzoek of nadenken straffen worden opgelegd, de „oorzaak is, dat mot het getal der klagers, ook dat der in het gelijk „gestelden toeneemt." „In zulk een geval zoude het overweging verdienen, „niet om het regt van reklame aan banden te leggen, maar, om maatre gelen te nemen, opdat de Chefs zelve voortaan met meer bedachtzaamheid „en ernst te werk gaan, opdat zij zich wachten, voor het opleggen van „straffen, die door den Regter, als ongegrond in onbillijk moeten worden „veroordeeld". Dat klinkt geheel anders als uwe wateren melktheorie, N. N.l Niet het reclameren over straffen vermindert het prestige van den superieur, maar welhet gevolg van do reclame, wanneer blijkt, dat de straf, door de schuld van den strafoplegger, ónregtvaardig is gegeven. Wanneer niet, op hot enkel rapport, van wien ook, de straf wordt be paald, maar de beklaagde, ten allen tijde, zelf wordt gehoord, en, bij tegenstrijdigheid in opgaven, getuigen worden ondervraagd, dan kan ieder superieur zich voor de moeste vergissingen vrijwaren. Zie Mil. Speet. 1881, N°. 3. Wanneer daarbij ieder chef voor oogen houdt: „Wat gij niet wilt dat „u geschied', zoo doe het ook een ander nietwanneer zij steeds met gestrengheid, maar ook met strikte regt vaardigheid en onpartijdigheid handelen, zich onthouden van willekeur en misbruik van gezag, van alle onheusche bejegening hunner minderen, alle kwetsende en beleedigende uitdrukkingen; zich nimmer laten leiden, veel minder beheerschen, door parti-pris, hartstogtelijkheid, personeele sympathie of antipathie, maar vooral: steeds indachtig zijn, dat „het mishandelen van minderen, en het „misbruik maken van gezag, inzonderheid wanneer daardoor stellig nadoel „aan den dienst of aan personen is toegebragt" door Z. M. onzen geëerbie- digden Koningis strafbaar gesteld met niet eervol ontslag uit den dienst dan zullen, als causaal verband, ook van zelve de reclames van offi cieren over hun opgelegde disciplinaire straffen verminderen en die, der Weet iemand een voorbeeld, uit de jongste 20 jareu", dat die bepaling indedaad is toegepastIk niet. v. V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 121