117
B. Krijgsspel.
Het krijgsspel of liever Je tactische oefeningen op de kaart, een,
bij goede leiding, aangenaam en leerrijk middel, om de tactische regels
op de kaart toe te passen en zoodoende ook binnenskamers de ver
schillende handelingen van den oorlog na te bootsen, wordt ten
huidigen dage zeer druk door de Nederlandsche Infanterie-officiercn
beoefend, zoodat er gedurende de wintermaanden geene enkele week
voorbijgaat, waarin niet steeds een paar uur voor dat spel afgezonderd
wordt.
De bataljonscommandant-zelf treedt gemeenlijk daarbij als vertrouwde
op, eene betrekking, in welke eene groote mate van belezenheid,
ook in de krijgsgeschiedenis, zeer te stade komt, om de oefeningen
zoo leerrijk mogelijk te doen zijn.
Ook bij deze oefeningen gaat men, alhoewel zulks in goen enkel
voorschrift schijnt gereglementeerd te zijn, van het gezonde beginsel uit,
om de officieren alleen in hun tegenwoordigen, dan wel in den naast-
hoogeren rang werkzaam te stellen. Nog zij vermeld, dat bij het
onderstellen van twee troepen-afdeelingen tegenover elkander, bij
het krijgsspel gemeenlijk een dubbel stel kaarten in twee belendende
kamers ten gebruike genomen wordt.
Als tweelingzuster van het krijgsspel, waaronder in de spreek
taal uitsluitend de tactische oefeningen der Infanterie-officieren op
de kaart worden verstaan, kunnen worden aangemerkt de belego-
ringsoefeningen, almede op de kaart, waaraan in de eerste plaats
Artillerie- en Genie-officieren deelnemen. Wij mogen echter over die
belegeringsoefeningen in dit ons opstel niet geheel het stilzwijgen
bewaren, omdat zij, op warme aanbeveling van den Minister van
Oorlog, in den laatsten tijd ook door eenige Infanterie-officieren worden
bijgewoond.
En dit niet ten onrechte.
Men verlieze toch niet uit het oog, dat de bezettingen van sterkten
meestal voor een zeer groot deel uit Infanterie bestaan en dat dit
Het is ons niet onbekend, dat ook in Indië in eenige garnizoenen het krijgsspel
beoefend wordt.