118
wapen bij den strijd in het voorterrein en bij het doen van uitvallen
de hoofdrol vervult.
Afgescheiden hiervan geven deze belegeringsoefeningen, door de
aanwezigheid van alle wapens, aanleiding tot het bespreken van alle
takken der militaire wetenschap, hetgeen niet anders dan bevorderlijk
wezen kan aan de vermeerdering der militaire kennis van alle offi
cieren-deelnemers.
Een zoodanig samenkomen van officieren van verschillende wapens,
die in den oorlog elkander zoo vaak zullen hebben te ondersteunen,
doch wier vakbezigheden in vredestijd hen wapensgewijze vrij af
gezonderd houdt, is ten slotte mede bevorderlijk tot het elkaar
onderling beter leeren waardeeren en tot het hechten van een
kameraadschappelijken band, waarvan de goede zijde door sommige
officieren wel eens wordt voorbijgezien.
De bjj de belegeringsoefeningen te gebruiken kaarten, welke bij
voorkeur op geen grootere schaal dan die van 1 2500 moeten ge-
teekend zijnworden duidelijkheidshalve gekleurd, terwijl tevens
daarop voorkomen de hoogtecijfers [cötes] en bij golvend terrein op
onderling gelijke afstanden ook de projection der horizontale door
sneden, kan het zijn, met gearceerde of wel getinte hellingen.
C. Kadermanoeuvres, (f)
De kadermanoeuvres, welke voornamelijk in den zomer plaats vinden
en soms met het hiervoren omschreven zomerwerk samengaan,
hebben ten doelde officieren op het terrein te oefenen in het uit
voeren van militaire opdrachten voor hun eigen of den naasthoogeren
rang, zonder dat de bij de opdracht vermelde troepen aanwezig zijn,
doch met inachtneming der voor oorlogssterkte noodige afstanden en
tijdruimten.
De kadermanoeuvres, die, zoo zegt de Inspecteur der Infanterie
Zie daaromtrent de „Handleiding tot de belegeringsoefeningen op de kaart",
door K. Eland, Majoor-ingénieur en A. L. W. Seyffardt, Kapitein der Artillerie, een
ten jare 1879, op last van het Departement van Oorlog, uitgegeven werk.
Cf) Wij hebben hier alleen op het oog de kadermanoeuvres voor de officieren van
het wapen der Infanterie, waarvan men meer kan vinden in het „Ontwerp-voor-
sclirift tot het houden van kadermanoeuvres", uitgave 1879, en een paar sedert
uitgevaardigde ampliatiën.