124
De afdeelings en gewestelijk militaire commandantenof beter
nog de Legerbevelhebber, zouden ter voorkoming daarvan trouwens
de noodige wenken kunnen geven.
Voorts mogen wij ten deze evenmin vergeten, hoe de Indische
officier gedurig aan overplaatsingen is blootgesteld, een kwade
factor, om hem schriftelijk werk van eenig aanbelang op te dragen;
doch ook daarin zoude wel te gemoet zijn te komendoor b. v. te
bepalen, dat de tusschentijds overgeplaatste officier zijn werk van
uit zijn nieuw garnizoen langs den hierarchieken weg, binnen een
zekeren tijd, aan zijn voormaligen chef zal behooren in te zenden.
Niet te miskennen toch is het voordeel van het door ons bedoeld
schriftelijk werk, waaronder wij voor het oogenblik ook de bij ka
dermanoeuvres te maken gevechtsberichten wenschen te verstaan en
wel, omdat op die wijze de korpschefs, om het zoo eens te noemen,
in gestadige intellectueele aanraking met hunne officieren worden
gebracht, niet het minst met hunne compagniescommandanten, wier
geschiktheid voor den vooral in lndië zoo hoogst gewichtigen ma
joorsrang zij, op het einde des jaars, voornamelijk in wetenschap-
pelijken zin, te beoordeelen hebben.
Bij zoodanige wijze van werken toch hebben de compagniescom
mandanten niet alleen de uiterste zorg te dragen, dat zij aan hunne
luitenants alleszins oordeelkundig gekozen opdrachtenvolledig tac
tisch omschreven onderstellingen tor uitwerking geven, doch dienen
zij tevens het bewijs te leverendat zij het schriftelijk werk hunner
luitenants behoorlijk critisch weten te beoordeelen.
En dewijl nu de bataljonscommandant, met de documenten in de
hand, daarna zijne beoordeeling bekend stelt, hebben de regiments
commandanten hier te lande meer gegevens dan de afdeelingscom-
mandanten in lndië, om op hunne beurt de geschiktheid in weten-
schappelijken zin hunner bataljonscommandanten in beoordeeling te
nemen.
"VVat toch nu de afdeelingscommandant bij het Indische Leger van
zijne, korpschefs in geschrifte ziet, bepaalt zich ten naastenbij tot
periodieke sterkte—, emplacement en voordrachtstaatjes, voor wier
nauwkeurige opmaking eigenlijk de staffourier goedschiks verantwoor
delijk zoude kunnen worden gesteld.