126 eene wetenschappelijke bijeenkomstop een en denzelfden morgen de drie volgende vragen deed: Meneer v. S. Hoeveel horizons heb je wel? Vink.. Waarin, denk je wel, wordt zuurstof al zoo verdeeld en PBereken me eens de hoogte van een toren welks voet niet te bereiken isen hoe, te midden der diepzinnige berekeningen door den luitenant P. herinnert ge het u nogMaj oor ter oplossing van dat meet kunstig vraagstuk, onze snuggere kapitein-chef onderbrak met den navolgenden afdoener: „Och! schei er maar uit, Meneer P., want met de bolvormige driehoeksmeting ben je d' er immers dadelijk." Wij hebben het er sedert altijd voor gehouden, dat, overdrach telijk gesproken, de kapitein ons luitenants. bij die gelegenheid middels zijne voorgewende sferisch-trigonometrische kennisals met één wetenschappelijken slag ter aarde heeft willen vellen. Op niet veel verstandiger wijze schoolmeesterde nog ten jare 1871 de commandant van een der Infanteriekorpsen te Weltevreden. Toen namelijk, tegen het ten einde loopen van het jaar, de Majoor commandant de conduitelijsten moest opmakenliet hij de meeste zijner officieren één voor één ten zijnen bureele komenom hen te overvallen met vragen in het volgende genre Meneer BIT bent van de academie, ja? Wel nou, ga maar eens daar zitten en bereken me eens vlotweg de vier goniometrische grondformules. Aan een ander, die zoologistmineralogist, doch ook botanist was Hoe voeden zich de planten en wat zijn meel draden Aan een derde eindelijk (toevallig herinneren wij ons slechts deze drie vragen)Leg me eens uit den balistischen slinger en den chro nograaf van Le Boulengé. En na de minder of meer gelukkige beantwoording van zoo'n enkele vraag (wij meenen ons te herinneren, dat bij die gelegenheid de botanist geroyeerd werd) scheen het, dat onze Majoor-examinator er thans genoeg van wist, om zijne officieren naar eisch in weten schappelijken zin te beoordeeleu.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 139