- 128
afdeelingscommandanten zich wat minder aan de schrijftafel kluis
terden.
Zoo ook komt ons mede aanbevelenswaardig voor, de wijze waar
op in Nederland de officier schriftelijk van zijne militaire kunde
moet doen blijken, waaromtrent de compagniescommandant, daarna
de bataljonschef en eindelijk de kolonel uitspraak doet.
Op die wijze toch leert de compagniescommandant zijne luitenants
goed kennen, niet alleen in gezond oordeelen, doch ook in hunnen
lust tot werkende bataljonscommandant zijne compagniescomman
danten, in hunne wijze van critische beoordeeling, met andere woorden,
in hunne verstandelijke superioriteit of inferioriteit tegenover de
luitenants eu eindelijk de kolonel zijne bataljonscommandanten in de
wijze alweder, waarop deze het werk hunner compagniescommandan
ten beoordeelen.
Te gelijkertijd blijven ook de kapiteins en luitenants voor den
kolonel geene totaal onbekende personen.
Of wij ons vleien, dat ons opstel bij de meesten onzer kameraden
in goede aarde zal vallen In geenen deele. Over het algemeen telt het
Indische Leger veel fanatieke tegenstanders in iedere zaak, die zonder
inktpot niet is af te doen.
Het is er zoo warm en de muskieten zijn er zoo vele! Blijf ons
dus van het lijf met al je kadermanoeuvres en de daarvan onaf
scheidelijke gevechtsberichten en schetsteekeningenmet je tactische
onderstellingen, facultatief en niet-facultatief werk. Die gedetacheer-
den in Holland hebben daar goed praten! Als men, en dat doen
de Indische officieren, zijn plicht vervult zoowel te velde, als in het
garnizoen, heeft men immers niets meer te vergen.
Moet een officier nu ook in Indië nog naar de schoolbanken terug?
Aldus de te stellen vragen. Nous en passons et des meilleures.
Wij rekenen nu niet eens, dat er ook onder de hoogere officieren,
de korps- en afdeelingscommandanten, geprononceerde „antagonisten"
Van ons vrij langdurig verblijf te Batavia herinneren wij ons slechts een
maal, ten jare 1880, dat drie kapiteins te paard ieder een bataljon commandeerden
bij eene groote manoeuvre, onder de oogen van den afdeelingscommandant, den kolonel
Be Paamo
