132 Ons Reglement op den Inwendigen Dienst bevat in het 1° Hoofdstuk een viertal artikelen, die ons leeren wat ondergeschiktheid is; hoe ze moet worden betracht en gevorderd. Die artikelen, wanneer elk militair daarvan steeds doordrongen was, zij zouden den militairen stand releveeren en de maatschappij daarbuiten met achting voor dien stand vervullen. Hoe strijdig met 's Konings bedoelingen ook, vaak hoorden wij de spitsvondigste interpretatie, om te verklaren, dat het 2e artikel van het Reglement op den Inwendigen Dienst alleen gehoorzaamheid en eerbied voorschrijft aan den meerdere iu rang, niet aan den oudere in ancienneteit, en uitsluitend op openbare plaatsen; en zulks, met terzijdestelling van het daarop volgend artikel, dat volgens velen, niet duidelijk genoeg doet uitkomen, wat bedoeld wordt met de woorden: rjiongere in rang of leeftijd Zullen het nieuwe reglement, dat weldra 's Landsdrukkerij ver laten zal, toch nog gebreken aankleven; zullen nog vele artikelen tot verschillende opvattingen de keuze vrijlatendatgene, wat nu tot meeningsverschil aanleiding geeft, behoort o. i. thans opgehelderd te worden. En in de allereerste plaats wenschen wij op de artikelen 2 en 3 de aandacht te vestigen. De oorlogstoestand heeft, vooral in de verhouding der officieren onderling, een schadelijken invloed uitgeoefend. De samenwoning onder één dak heeft er toe geleid, dat de meerdere veel van zijn prestige verloor. Hoe dikwijls hoorden wij niet beweren, dat men aan de gezamenlijke messe vrij spreken mocht, en zelfs de han delingen van den aanzittenden chef mocht beoordeelen of critiseeren, omdat men daar niet op eene openbare plaats was, en het Reglement op den Inwendigen Dienst den meerdere alléén in het openbaar eerbiedbetoon verzekert. Yelen zijn van oordeel, dat tekortd'oening op niet openbare plaatsen, eene question d' honneur is, die op de punt van den degen moet worden uitgemaakt. Wij zijn geen voorstanders dezer theorie, en ach ten haar doodend voor de krijgstuchtwij wenschen, dat lederen meer dere (en dat is o. i. óók hij, die in eiken rang of graad een ouderen datum van aanstelling heeft) overal gehoorzaamheid en eerbied worde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 145