135
hoeveel offers dit ook .aan de schatkist moge kosten, aarzelen wij
niet aan te prijzen, wat wellicht vóór ons door velen werd verlangd,
n. 1. om aan elke compagnie een sergeant-majoor-kwartiermeester te
geven, en dezen onder den luitenant-kwartiermeester de compagnies
administratie te doen voeren. Dan zal de kapitein, ontslagen van
administratieve boeien, de handen vrij krijgen, om inderdaad te wor
den, de leider, de commandant zijne compagnie; dan zal men hem
met recht aansprakelijk mogen stellen voor de geoefendheid zijner
compagnie.
De commandanten onzer oorlogsbodems voeren geene administratie
over hun personeel. Hiermede is een officier van administratie belast.
Bij de landmacht is dit andersdat komt, naar onze bescheiden
meening, omdat bij de Marine de Administratie niet de toongeefster
is, geene heerschappij voert.
Bij welk ander leger dan het onze kan het administratief personeel
zoo ongestraft zijn plicht verzaken? Een kwartiermeester, die slecht
of in het geheel niet verifieert, die pro forma onder de stukken onder
het: „gezien" of: „geverifieerd" zijne handteekening stelt, behoeft zich
in de meeste gevallen niet te bekommeren, dat hij voor de non- of
slechte verificatie geldelijk zal worden aangesproken. En, mocht dit
eon enkele maal gebeuren, dan behoeft hij slechts de belasting te
endosseeren op een compagniescommandant, en hoogstens met eene
reprimande, zonder eenig verder kleerscheuren, loopt do zaak af. Is
de compagniescommandant inmiddels overleden, en kan de schade,
den lande berokkend, uit den boedel niet verevend worden, dan
eerst dan, wordt de kwartiermeester ter vergoeding der
schade aangesproken.
Wij kenden een kwartiermeester, sedert gepensionneerd, die nooit
eenig stuk verifieerde; die gedurende de laatste maanden van zijn
militair bestaan niet meer gewoon was ontvangen stukken te openen
alles werd iii een kist gedeponeerd, cn daardoor zijn vele schulden
van mindere militairen niet tijdig overgegeven geworden, zoodat na
verloop van tijd menigen compagniescommandant belasting moest
worden opgelegd, alsof zij de schuldigen waren.
Het zij verre van ons te beweren, dat alle kwartiermeesters van
hetzelfde type zijn. Wij kennen velen onder hen, die hunne roeping