137 dant-onderofficier, zoo hij niet reeds daarmede belast was, worden waargenomen. Nu 'zou men nog kunnen vragen, hoe gehandeld moet worden, wanneer de beide adjudanten-onderofficier vervangen moeten worden. Op plaatsen, waar twee of meer bataljons Infanterie garnizoen houden, zoude, op voorstel van den bataljonscommandant, door tijdelijke dotacheering bij het korps, waar het gebrek bestaat, hierin kunnen voorzien worden. Op andere plaatsen zullenin dergelijke exception- eele gevallen, de bataljonscommandanten naar omstandigheden moeten handelen. Omtrent het 4e Hoofdstuk valt door ons weinig op te merken. Dat de verschillende landaarden, zooveel mogelijk, afzonderlijk gehuis vest worden in de garnizoenen, keuren wij niet goed het eenige wat er voor pleit, is de eenvormigheid van nachtligging, omdat de Euro peaan bedkoetsen en stroozakken bekomt, en de Inlander niet. Evenals dit te velde plaats heeft, moest o. i. het Europeesch element tusschen de Inlanders in geplaatst worden in de chambrée's. Bij den aanbouw en de redistributie van kazernes heeft men in den laatsten tijd den Inlandschen onderofficieren afzonderlijke kamers toegekend. Controle in de kazernes, wordt dus daar alleen door de Inlandsche korporaals uitgeoefend. "Wij stellen ons daarvan al heel weinig voor. Wie bij Inlandsche compagniën heeft gediend, zal het zeker beamen, dat het tot de hooge uitzonderingen behoort, dat het Inlandsche kader overtredingen aanbrengt. De gevallen van amfioen-schuiven en dobbelen, zoo menigvuldig in de chambrée's voorkomende, worden schier uitsluitend door het Europeesch kader ontdekt en aangegeven, liet Inlandsch kader moet al zeer streng worden gecontroleerd, om niet persoonlijk deel te nemen aan verboden dobbelspel. Een Inlandsch onderofficier is zeer gesteld op het behoud zijner positie. Do korporaalsgraad wordt door den Inlander niet bijzonder geambieerd; wellicht, omdat men jaren lang in dien graad behoort te dienen, alvorens hooger op te klimmen. De Inlandsche korporaal hecht weinig aan zijne streepen; hij beschouwt zich volkomen de gelijke van den soldaat, en gebruikt zijn gezag alleen, om den laatste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 150