141
ven, 'als bij de noot op bladzijde 117 Inwendigen Dienst aangegeven
is? Die wijze van inschrijving kan alléén op den eersten van elke
maand geschiedenmaar hoe schrijft men dan diegenen in, die
in den loop der maand bij de compagnie aankomen, en gevolgelijk
allen de laatste contrólennmmers bekomen? In het tijdperk dat
mutatiën bij eene compagnie zeldzaam waren, mocht de vermelde
wijze van inschrijving er toe leiden, om bij het commandeeren der
manschappen tot den wachtdienst, eene wacht niet geheel uit jonge
soldaten te doen bestaan, maar nu de laatst aangekomen militairen,
(de laatsten in de controle) niet juist de jonge soldaten zijn,
is deze lastige manier van inschrijven doelloos, en mag zij alleen
behouden worden, om dezen of genen kleingeestigen inspecteur, bij
gelegenheid eener inspectie, eenige paragraafjes te bezorgen voor
zijne Nota's van Aanmerkingen.
Wij vragen ook, waarom de lijst der weekbeurten verschillen moet
van den wachtrooster. Naar onze opvatting moeten beide gelijklui
dend zijn, en mogen zij in vorm niet verschillen.
Door de bewapening onzer Infanterie met achterladers, be
hoeft er geen sprake meer te zijn van terugkeer in het kwartier met
geladen geweren. Onzes inziens zou artikel 77 nu geheel kunnen
vervallen.
Waarom moet de adjudant-onderofficier van de week de gestrafte
onderofficieren bij zich ontbieden, om zich te kunnen overtuigen, dat
zij hun consignement niet schenden? Wij geven in overweging, om
hen, telkens als het appel voor de geconsigneerden slaat of blaast,
zich te doen vervoegen bij den adjudant-onderofficier van de week.
De taptoe heeft ten doel, de militairen te waarschuwen, dat het
tijdstip daar is, waarop zij den terugmarsch naar hunne kampementen
moeten aanvangen. Is deze opvatting juist, dan vragen wij, waarom
het tot de uitzonderingen behoort, dat de taptoe op de algemeene
vergaderplaats geslagen en geblazen wordt, maar bijna altijd in de
nabijheid der kampementen. Of zou de zoogenaamde groote taptoe iets
traditioneels zijn, en niets meer?
Bij artikel 91 zouden wij in overweging willen geven, de bepaling
in te lassclien, dat kwartierzieken zich bij hunne slaapplaatsen moeten
ophouden, wanneer door den officier van gezondheid niet anders