142 voorgeschreven is. Wij ondervonden, dat dit huismiddeltj e uitstékend werkte, en voor dobbelaars, die zich door het ziekmelden aan den dienst onttrokken, het beste geneesmiddel was. Wanneer wij de laatste zinsnede van artikel 92, namelijk het voor schrift, waarbij bepaald is, dat officieren, die zich ziek gemeld hebben, thuis zullen moeten blijven, zoolang de behandelende officier van gezondheid het uitgaan niet voorschrijft, vergelijken bij hetgeen daar omtrent in Nederland bepaald is, dan vragen wij, of het simuleeren van ziekten door officieren een zoodanig verschijnsel is, dat men in Indië daartegen maatregelen heeft moeten nemen. Wij gelooven, dat het eene hooge zeldzaamheid mag genoemd worden, dat een officier zich ziek zal melden, om zich aan den dienst te onttrekken. Wij vragen ook, waarom in dit artikel gesproken wordt van be- handelenden officier van gezondheid en niet, geneesheerEen of ficier, die zich onder behandeling van een specialiteit (soms civiel geneesheer) stelt, zal dus, wanneer deze hem vergunt uit te gaan, toch niet mogen uitgaan, en zal daartoe de vergunning noodig hebben van een militairen dokter. En gesteld eens, dat deze van meening verschilt met den civielen collega, en de vergunning tot uitgaan weigert? Zal men dan de tusschenkomst moeten inroepen van den plaat selijken eerstaanwezendeu officier van gezondheid En wanneer deze juist de persoon is, die van gevoelen verschilt met den civielen, den behandelenden, geneesheer, wat dan? Naar onze meening behooren de woorden „officier van gezondheid" voorkomende iu de slotalinea van artikel 92, veranderd te worden in: geneesheer Nog iets. Wat moet onder uitgaan verstaan worden? Wij hoorden beweren, dat met uitgaan alleen bedoeld wordt, het maken van wandelingen, zonder zich hier of daar op te houden-dat in geen geval daarmede bedoeld kan zijn, het bezoeken van sociëteiten of het maken van visites. Wij betwijfelen dit. Er zijn ziekten, die afleiding, en uitsluitend afleiding tot geneesmiddel hebben, en zou dat middel, niet in de pharmacopae voorkomende, achterwege moeten blijven? Men denke aan ooglijders b. v., die toch bezwaarlijk simuleeren kunnen; men denke aan hun toestand en beslisse of het rationeel is, hen te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 155