151
De volgende Hoofdstukken van den Inwendigen Dienst geven ons
tot slechts enkele opmerkingen aanleiding.
De laatste alinea van art. 136 behoort o. i. in overeenstemming
gebracht te worden met de bepaling, vervat in 8 van Tarief Ho. 15.
Dit zou kunnen gebeuren door in dit artikel voor te schrijven,
dat de vivres om de 3, 5 of 10 dagen zullen worden verstrekt, nadat
daarop recht verkregen is, en dus niet vóóruit.
In art. 146 vinden wij aangestipt, dat in garnizoensdienst de sjerp
gedragen moet worden. In welke tenue de officieren in garnizoens
dienst moeten verschijnen, wordt echter niet gezegd, en te vergeefs
zochten wij in Algemeene Orders of reglementen hiernaar.
In de meeste garnizoenen is het intusschen regel, de marschtenue
als tenue voor den garnizoensdienst te beschouwen.
In andere garnizoenen wordt het dragen van witte pantalons toe
gestaan in garnizoens-commissiën, krijgsraad-zitting enz.
Wij geven in overweging, die aangelegenheid te regelen.
Waarom, vragen wij, moeten de officieren tusschen 5 en 8 ure 's
avonds met de sabel om in het openbaar verschijnen? Een ieder
zal moeten erkennen, dat men door deze bepaling den officier dwingt,
zich het liefst in burgerkleeding te vertoonen. Nog iets: wat moet
verstaan worden onder de woorden „niet in dienst zijndeWij waren
getuigen er van, dat in zeker garnizoen aan de officiereu van de week,
op grond van die woorden, verboden werd zich in burgerkleeding
op straat te begeven. Wij voor ons gelooven, dat aan de gecursi
veerde woorden eene geheel andere beteekenis moet gegeven worden,
en dat art. 146 de haar verleende extensieve kracht ten eenenmale mist.
Over de inspectiën kunnen wij kort zijn. Naar onze meening wordt
de soldaat te veel geplaagd met inspectiën. Bij de Duitschers houdt
men slechts nu en dan inspectiën; of daarom al de wapening en uitrus
ting bij hen minder goed in orde bevonden wordt, zullen wij niet beweren.
Bij ons wordt van ieder man minstens vier maal per week de wape
ning geinspecteerd
1°. des Zaterdags (zie artikel 162);
2°. op de dagen, waarop schijfgeschoten is;
3°. op de wachtparade, waar ieder man minstens eens per week,
veelal twee malen, verschijnt en