158 „bepakte voorwagens uit te rukken, met smidswagen, gereedschappen „enz.; het overige tot de oorlogsuitrusting behoorende, opgelegd in „het naastbij gelegen oorlogsmagazijn. Bij elke kompagnie volgens „formatie eene 3 ®or batterij bedienende onder gewone omstandighe den disponibel eene halve batterij mobiel, of gereed om te velde „te trekken, en overigens het benoodigde om met 8 stukken te exer ceren. Bij elke kompagnie volgens oude formatie en nog 3 ®cr berg- „materieel bedienende, eene kompleete halve batterij in dienst, doch „zonder Coehoornmortieren, die alleen tot oefening of bij mobiliseren „worden verstrekt." Wij zien, dat er dus een belangrijke ommekeer had plaats gehad. Op bladz. 115 en 116, I. I. I., Hoofdstuk III, kan men de oorza ken daarvan kort beschreven vinden. De bergbatterijen waren veroordeeld, en, na eene landurige be proeving, werd naar aanleiding van het G. B. dd°. 20 Maart 1856, N°. 62, een begin gemaakt met den aanmaak van het nieuwe veld- materieel van 3 if. De batterijen werden daardoor verdeeld in zware en lichte veldbatterijen. De indienststelling der eerste lichte veldbatterij in 1858, zal hoogst waarschijnlijk de hooger genoemde circulaire hebben tengevolge gehad. Maar deze circulaire is ook daarom merkwaardig, doordat daaruit blijkt, dat de uitrusting der batterijen op voet van vrede belangrijk werd verminderd. En tevens moet niet uit het oog verloren worden, dat thans niet meer sprake is van het plaatselijk inleveren van het ontbrekende materieel en munitie, maar wel van het opleggen in het naastbijgelegen oorlogsmagazijn. Hoezeer dit oogenschijnlijk hetzelfde is, is het verschil toch groot. Zoo moest o. a. het op voet van vrede overtollige materieel der te of nabij Willem I gelegerde batterijen te Semarang opgelegd worden. Behalve toch hetgeen tot de uitrusting dier vesting behoorde, moest daar ook geborgen worden al wat tot de uitrusting behoorde van 4 zware veldbatterijen, die bestemd waren, om als positiegeschut dienst te doen in de verschanste stellingen van het leger te velde. Dit was de toestand, toen uitvoering werd gegeven aan de denk-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 171