- 190
willen zeggen: beweert clan ook niet, dat de wettelijke afschaffing geen
haast heeft, dat voor de zeemagt het regt van gratie, voor de landmagt
de feitelijke onbruik voldoende is. Want gij weet toch wel, dat het regt
van gratie niet bestemd is om gebreken te genezen, die de wetgever kan
wegnemen, en dat feitelijke niet toepassing van verbindende wetsbe
palingen den eerbied voor de wet ondermijnt, die bij ieder, niet het minst
ook bij de militaire magt, behoort te worden levendig gehouden.
Over die lijfstraffen, tenzij er eene bepaalde aanleiding mogt gegeven
worden, zal ik dan ook verder zwijgen. Ik laat de behandeling van dat
onderwerp verder gaarne over aan mijne ambtgenooten van Marine en
van Oorlog. Mijne taak is het, de g-roote beteekenis aan te wijzen die deze
ontwerpen hebben, al laat men de lijfstraffen buiten rekening, en voorts
zooveel mogelijk te wederleggen de bezwaren van hen, die, niettegen
staande ze met den inhoud van deze voordragten op zich zelf volkomen
vrede hebben, echter op andere gronden meenen er hunne stem aan te
moeten onthouden.
Het algemeen karakter van deze ontwerpen is, naar ik meen, dit: dat
ze allergewigtigste verbeteringen aanbrengen in het thans bestaande mili
taire strafstelsel; dat ze dat doen, deels door tal van vragen af te snij
den of op te lossen, die in het belang van de regtszekerheid dringend op
lossing eischen, deels door vele tastbare onregtvaardigbeden en ongerijmd
heden weg te nemen; dat ze dat doen, zonder dat het verband met de
bestaande wetgeving wordt verbroken, en zonder dat gepraejudiceei'd wordt
op het strafstelsel van de toekomst; eindelijk dat ze, aangenomen en in
gevoerd, krachtig tot versterking van den eerheid voor de wet zullen bij
dragen.
Hoor deze ontwerpen wordt in de eerste plaats tal van onzekerheden
weggenomen, die men niet langer gedoogen kan.
Zijn er, om iets te noemen, in het militaire strafregt onteerende straf
fen? Zoo er twee straffen zijn, waarvan het moeijelijk te loochenen is,
dat zij een onteerend karakter dragen - de eerlooze cassatie en hot weg
jagen als eerloozen schelm geldt het daar dezelfde infamie als die
waarvan de gevolgen zijn geregeld bij art. 28 van den Code Pénal
Is kruiwagenstraf een onteerende straf? Hoe is het met de vervallen
verklaring van den militairen stand? Heeft deze ten gevolge, dat
de veroordeelde nimmer in de gelederen kan terugkeeren Is zij ont
eerend? Staat die vervallen verklaring gelijk met cassatie met eer
loosheid'', of wel met „cassatie met inhabiliteit", of misschien met „ge
wone cassatie"? En die cassatie zelve, welke gevolgen heeft die al-