straf is, die daarenboven eene soms 15 jarige vrjjheidsberooving in zich
sluit. Door deze wetsontwerpen wordt die scherpe tegenstelling wel niet
geheel weggenomen, maar toch aanzienlijk verminderd. Voortaan zal de
soldaat in dergelijke gevallen gestraft worden met do niet- onteerende
militaire gevangenisstraf, terwijl de officier met dezelfde straf althans
lean gestraft worden.
Ik kan ook nog wijzen op de detentie. Dat in de wijze van uitvoering
der disciplinaire detentie tusschen officieren en minderen onderscheid go-
maakt wordt, daartegen zal niemand bezwaar hebben. Waar het daaren
tegen geldt de detentie als eigenlijke straf, daar komt dat groote onder
scheid niet te pas. Welnu door deze wetsontwerpen wordt het opgeheven.
Nog heb ik echter het voornaamste niet genoemd.
Door deze wetsontwerpen wordt namelijk weggenomen de grootste
gruwel, die op dit oogenblik ons militair strafstelsel onteert, ik bedoel
do kokarde-straf, die wat haar voornaamste gevolg betreft, drukt in
omgekeerde verhouding als de schuld, liet voornaamste gevolg toch
van die straf is, dat de veroordeelde de toerekening van den volbragten
diensttijd verliest (art. 4(1). Stelt u voor twee soldaten, beiden voor
zes jaren geëngageerd. De een deserteert na drie dagen in dienst te
zijn geweest. Deze onttrekt dus aan den Staat een diensttijd van bijna
0 jaren, tot straf wordt zijn diensttijd verlengd met drie dagen. Dc
ander deserteert nadat hij gedurende 51/2 jaar trouw heeft gediend, hij
onttrekt dus aan den Staat een diensttijd van slechts zes maanden. Hij
wordt gestraft met verlenging van zijn dienst tot ll1', jaar!
Laat ons daarbij ook aan onze miliciens denken.
Art. 182 van de" Grondwet bepaalt den diensttijd van de miliciens
op vijf jaren. Ik zal waarlijk niet beweren - allerminst in het voor
bijgaandat het ongrondwettig zou zijn, dien diensttijd, bij wijze van
straf, een weinig te verlengen.
.Maar dit mag ik toch beweren, dat het met den geest der Grondwet
in strijd is dien diensttijd des te meer te verlengen, naar mate het misdrijf
kleiner is, en omgekeerd.
De milicien, die den tweeden dag na zijne aflevering deserteert, wordt
gestraft met één dag dienstverlenging, terwijl daarentegen de milicien,
die steeds zijn pligt heeft vervuld, maar in het 5,lf jaar verzuimt aan de
oproeping van verlofgangers gevolg te geven, ten tweeden male do volle
5 jaren moet dienen. Is het als eene kleinigheid te beschouwen, wanneer
dergelijke groote grieven tegen de bestaande wetgeving, door aanneming
van deze wetsontwerpen worden weggenomen