193 En dat alles Is te verkrijgen, zonder dat het verband met het overige deel der militaire -wetgeving wordt verbroken. Toen ik voor mijzelven de vraag had te beantwoorden, of de tegen woordige Regering de verdediging van deze wetsontwerpen behoorde op zich te nemen, is mijne eerste taak geweest te onderzoeken, of door deze partiele wijziging het verband in de bestaande militaire strafwet geving zon verbroken worden. Mijne slotsom was, dat er niet alleen geen verband werd verbroken, maar dat integendeel op vele punten het verband hersteld werd, waar dit in den loop der tijden was verloren ge gaan. Eén enkel voorbeeld: Art. 20 van het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te lande bepaalt, dat veroordeelden tot kruiwagenstraf of tot schavotstraf vooraf van den militairen stand vervallen verklaard moeten worden. Van tuchthuisstraf wordt niet gesprokenin 1815 kon men hare vermelding overbodig achten, want toen kon men zich bijna geene tuchthuisstraf denken zonder bijkomende schavotstraf. Na 1854 was dus, in strijd met 's wetgevers bedoeling, bij veroordeeling tot tucht huisstraf, niet art. 20, maar, ter beoordeeling van den regter, art. 21 ioepasseljjk. Door deze ontwerpen daarentegen wordt de vervallen-ver klaring weder verpligtend. Maar praejudicieren wij welligt in eenig opzigt op het toekomstige strafstelsel Zeer zeker, wanneer het burgerlijk Strafwetboek zal aan genomen zijn, moet in het militaire strafstelsel (ik zeg niet in deze wets ontwerpen, want ik hoop dat wij dan ook spoedig een nieuw militair Strafwetboek zullen hebben') stellig weder eenige verandering gebragt worden. Zoo zal men bijv. dan niet meer behoeven of zelfs kunnen behouden de eerloosverklaring, die, volgens deze ontwerpen, in sommige gevallen met den kogel gepaard gaat. Maar deze en andere kleine veranderingen daargelaten, durf ik beweren dat er niets wordt geprae- judicieerd. Eindelijk zal door deze wetsontwerpen de eerbied voor de wet ver sterkt worden. Misschien verduidelijk ik mijne bedoeling het best door het tegenwoordige art. 26 van het Crimineel "Wetboek voor het krijgs volk te lande voor te lezen. Het luidt als volgt De straffen zijn de navolgende: 1'. De straf des doods met den kogel. 2<\ De kruiwagen. 3e. De cassatie. 4e, De slagen met bet wegjagen uit de dienst als een eerlooze schelm. 5'. De slagen met het afnemen der kokarde en arrest of detentie. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 206