onderzoek, anders verklaart als vroeger in het voorloopig onderzoek, in welk geval, hij liet bestaan van wettige gronden, waarom hij zijne meening heeft moeten wijzigen, het den getuige volkomen door zijne verantwoording, op goede gronden gebaseerd, vrij staat een geheel andere of wel eenigszins gewijzigde getuigenis af te loggen. Zijn de redenen niet aannemelijk te achten, dan is het aan het oordeel van den ktijgs- rechter overgelaten, om de gewijzigde of veranderde getuigenis al dan niet als geloofwaardig en waarheid te beschouwen. Zoolang het voorloopige of korpsonderzoek, als naar gewoonte, met spoed en onnauwkeurig wordt gehouden, verliest 'net wij zijn liet met den Schr. volkomen eens het nut, daarmede beoogd, en op dusdanige stukken als basis kan moeilijk een goed advies worden uitgebiacht. Immers, welk vertrouwen kan die basis hebben f Dat het gerechtelijk onderzoek om reden dat andere gerechtelijke instruction naar den tijd de prioriteit hebben en naar volgorde moeten worden behandeld vaak niet, zooals zeer wenschelijk zoude zijn, spoe dig na het korpsonderzoek gehouden wordt, kan o. i. geen moeilijk heid opleveren, wanneer men bereids een goede basis heeft, waarop liet verder onderzoek kan worden gegrond. De gevreesde invloed voor geslepen kameraden, die als kazerne-advocaten den minder ontwik kelden getuige later op een dwaalspoor in het belang van beklaagde kunnen brengen, levert evenmin bezwaar op. Immers liet behoeft geen betoog, dat de ontwikkeling dier kazerne-advocaten zelfs zóó zeer on-ontwikkelè, is, dat de invloed op den minder ontwikkelden getuige niets te beduiden heeft. Die invloed zou in elk geval toch ook bestaan al zoude men onmiddellijk tot het gerechtelijk onderzoek overgaan. Zij die zóó ontwikkeld zijn, dat een kazerne-advocaat lien zoude kunnen bewegen, om leugens met eede te bevestigen, op welk feit een zware straf gesteld is, zouden toch ook zonder dien invloed onwaarheid spreken, wanneer zulks te pas kwam. Wordt het voor loopig onderzoek nauwkeurig, met scherpzinnigheid en tact gehouden, dan springt elke verklaring terstond in het oog, die op beide instruc- tiën in verschillenden geest en beteekenis wordt opgegeven. Angstvalligheidgemis aan doorzicht of zelfstandigheid zijn voor zeker eigenschappen, die van hoogere autoriteiten niet verwacht mogen worden; edoch, waar de ondervinding heeft geleerd, dat rnili-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 20