202
ten ware dat stuk bij eeiien notaris mocht ziju in bewaring gegeven,
op de wijze als bij art. 932 ten aanzien van een olographischen eigen
handig door den erflater geschreven en geteekenden uitersten wil is
voorgeschreven.
Uit oen en ander blijkt alzoo, dat op expeditie ieder militair, die kan
schrijven, bevoegd is zelf zijn testament te maken; dat dit stuk aan geen
bepaalden vorm is onderworpen dat voor de geldigheid niets anders wordt
vereischt dan dat het door den erflater eigenhandig geheel geschreven
gedagteekend en onderteekend is.
Zoor nuttig' zoude het m. i. zijndat deze voorschriften werden gebracht
ter kennis van alle militairen, door ze bij de thooriën te behandelen.
Het Reglement op het ooorloopig beheer deimilitaire nalatenschappen
toch is niet geschikt, om die voorschriften op te nemen. Wel echter zou
het de gelegenheid aanbiedenal ware het slechts door verwijzing naar
het IIe Boek, Vierde Afdeeling, van het Burgerlijk Wetboek de aan
dacht van boedelcommissarissen te vestigen op deze voor menig oppas
send soldaat zoo gewichtige aangelegenheid. De bemoeienis van de com
missarissen zou bovendien zeer worden beperkt, indien de soldaat, die
schrijven kan, een overeenkomstig die zoo eenvoudige voorschriften in
gericht testament had gemaakt. De familie-betrekkingendie thans, eerst
na langen tijd en 11a tal van formaliteiten, of in 't geheel niet, in het
bezit van dikwijls niet onaanzienlijke nalatenschappen geraken, zouden
er zeer door worden gehaat.
De Javasche-Courant in Indiè en de Staats-Courant in Nederland be
helzen toch telkens zeer uitvoerige lijsten van door militairen nagelaten
gelden en familie-papieren. Velen in Europa zouden door die gelden zijn
geholpendoch de kosten verhonden aan de opmaking van de bewijsstuk
ken dat alléén zij de rechthebbenden zijn, bedragen niet zelden meer
dan de nalatenschap zelve. Een eenvoudig testament, als het bedoelde,
zou dat alles kunnen voorkomen.
Mogen allen, die belangstellen in het lot van den soldaat, medewerken,
om de kennis van de aangehaalde voorschriften te verbreiden
Rg., 9 Juli 1882. E. W, H. N.
Vrije overtocht van de offieierseclitgenootenna huwelijk bij volmacht.
Eenigen tijd geleden las ik in een der Soerabaijasche Couranten een
heel uitvoerig stuk tegen de huwelijken van Luitenants. De schrijver