223 opmerking plaats vinden omtrent regelingen betreffende de vervaar diging van sommige Indische cartograpliische werken. Wel is waar zijn die regelingen te lezen in de instructiën voor den Topographischen Dienst, doch we weten genoegzaam, dat deze, buiten de vakmannen, weinig algemeen bekend zijn. Overgaande tot het bespreken van het door X. opgemaakte zon- denregister der étappe-kaart, vinden wij als eerste grief van X. ver meld het ontijdige der verschijning van dat kaartwerk. Immers, zegt X., laat de kaart „omtrent eene niet onbeduidende „oppervlakte van Java en Madoera nog steeds veel in onzekerheid. „Eerst over eenige jaren mogen wij eene kaart verwachten, die „volledig de resultaten der militaire terreinopmetingen kan vermelden." Dusgeen kaart uitgeven of ze moei op metingen gebaseerd zijn. Ware dat beginsel gevolgd geworden, zoo zoude thans nog niets bekend zijn van b. v. het voormalige Rijk Atjeh en de daaraan grenzende landen.''' De daar gedane metingen zijn in verband tot de geheele opper vlakte van die landen van zoo geringen omvang, dat zij de samen stelling van eene kaart van Noord-Sumatra niet kunnen wettigen. Het Topographisch Bureau had echter omtrent het tijdstip, waar op eene kaart uitgegeven moet worden, een ander gevoelen als X. Gebruik makende van alle gegevens, welke dat bureau toevloeiden van de zijde van de Marine, verschillende ambtenaren en de te Atjeh werkzame verkenningsbrigade, werd telkens eene nieuwe kaart van Noord-Sumatra uitgegevenwanneer wederom voldoende nieuwe données waren bijeengegaard. Die, volgens X., ontijdig in 't licht verseheuen kaartwerken von den niet alleen bij de Begeering, het Legerbestuur en de te Atjeh ingedeelde officieren en ambtenaren een gunstig onthaal, doch werden ook gewenscht door Engelsclie zeevarenden voor hunne reizen naar Atjehsche havens, zooals uit een schrijven van den Heer Lavino te Penang blijkt. Het is maar gelukkig, dat de Begeering, omtrent het tijdstip, waarop kaartwerken behooren te worden uitgegeven, een ander ge voelen is toegedaan als X.want anders zoude de fraaie Atlas, door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 236