ISTu het eene étappe-kaart is, zijn de wegen en de daarbij bekend
gestelde afstanden hoofdzaak en moeten deze laatste met het onge
wapend oog vlug en duidelijk te lezen zijn.
Dit laatste brengt mede, dat men op eene étappe-kaart tal van
plaatsnamen moet weglaten, die anders op eene kaart van 1 500 000
hadden kunnen of moeten vermeld zijn.
De mate van uitvoerigheid in de aangifte der plaatsnamen, wijst
van zelve de grens aan van uitvoerigheid in de voorstelling van de
rivieren en bergenvan beide worden slechts de voornaamste aan
gegeven en dat wel in algemeene trekken.
X. heeft dat echter uit 't oog verloren en vordert eene mate van
uitvoerigheid voor de aangifte van rivieren en bergen, welke niet
in overeenstemming zoude zijn met de mate van uitvoerigheid van
het wegennet.
Nu is 'twaar, dat op de uitvoerigheid van de voorstelling der
wegen ook tal van aanmerkingen zijn gemaaktde vraag is echter,
of ze verdiend zijn
In verband met het doel. waarvoor de kaart gemaakt en dat ge
noegzaam uit den titel af te leiden is, mocht de kaart alleen die
wegen aangeven, welke voorkomen op de kaartjesbehoorende tot de
af standwijzers, bij Gouvernements besluit vastgesteld. Voor deresi-
dentiën BantamBesoeki, Banjoewangi en Madoera zouden dan
nieuwe afstandwijzers gemaakt zijn, gebaseerd op de van de zijde van
het civiel bestuur herkomstige opgaven van wegen en afstanden, welke
op de kaart zijn aangegeven.
"VVare anders gehandeld, zoo zouden alle bestaande wijzers moeten
vervallen en worden vervangen door meer uitvoerige.
Of nu de Regeering tot het laatste zoude wenschen mede te werken,
is mij natuurlijk onbekend, wijl het voorstel daartoe niet is gedaan.
Eerst zoude men dan moeten aantoonen, dat de bestaande wijzers
niet volledig genoeg meer zijn; hetgeen nog niet gebleken is.
Uit het vorenstaande volgt genoegzaam, dat het niet aangaat te
zeggen: op de kaart van 1 100 000 vind ik die en die wegen aan
gegeven, waarom komen ze op de étappe-kaart niet voor.
De middelen ontbreken mij, X. voet voor voet te volgen in zijne
critiek,