228 toonen, dat op de étappe-kaart de plaatsen Djatiroto en Tanggoel niet onderling verbonden zijn. Afgaande op de wijze, waarop X. zich gekweten heeft van zijne taak als criticus over de étappe-kaart, zoude hij zeker tegenover de vlekken en vlekjes, die hij aan de kaart ontdekt heeft, of althans vermeend heeft te ontdekken, met een enkel woord er op hebben gewezen, dat de étappe-kaart, wat betreft de residentiën Batavia en Preanger Regentschappenbeduidend vollediger is dan hetgeen Melvïll ons van die gewesten leert kennen. Doch X. heeft hier MelvïlVs atlas geheel vergeten en kende het bestaan niet van de reeds sedert maanden gepubliceerde gephotogra- pheerde kaart van Batavia Van de residentie Kraivang en van andere gewesten maakt X. de opmerking, dat de schrijfwijze der plaatsnamen niet overeenkomt met die, aangetroffen op de residentie-kaarten. Het volgende strekke tot verklaring van die onderlinge afwijking. Blijkens het ter zake voorgeschrevene in de instructie voor brigade chefs, moet, zoodra het wegennet in een gewest opgemeten en gc- kaarteerd is, [dit is altijd het geval geruimen tijd vóór de beëindiging der opname Van een gewest] de brigade-chef eene kaart vervaardigen voor den afstandwijzer van het gewest. Wat op die kaart moet voorkomen, is in de instructie voorgeschreven. Die kaart, in overleg met liet Hoofd van gewestelijk bestuur opge- maakt, wordt met den wijzer naar het Topographisch Bureau gezonden, vergezeld van eene verklaring van dat Hoofd, dat hij zich in allen deele met den inhoud van den nieuw samengestelden afstandwijzer [dus ook met de kaart, die tot grondslag heeft gediend voor den wijzer en daarop ook voorkomt] kan vereenigen. Het Hoofd van gewestelijk bestuur heeft in de quaestie der af standwij zers het laatste woordhij bepaalt, welke wegen, behalve degene die de brigade-chef heeft aangegeven, nog verder moeten worden vermeld, en ook wel eens, dat deze of gene weg, door dien chef be kend gesteld, dient te vervallen [zoo b. v. in de residentie Pasoeroeah]. Ook de schrijfwijze der plaatsnamen, voorkomende in den wijzer en op het daarbij behoorende kaartje, wordt door de zorg van dien Hoofdambtenaar zoo noodig verbeterdvan daar dan ook, dat zijne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 241