281
étappe-kaart aanbiedt zoo bescheiden is hij, waar het de keuze
geldt van eene kaart voor militaire studiën.
Immers ook van Soerakarta wordt gezegddat alle binnenwegen
ontbreken en hij had altijd gedacht, dat de Vorstenlanden voor ons
militairen nog al van belang waren.
Droog-komiek voegt X. er aan toe: „maar het is zeer goed
mogelijk, dat wij ons in dit opzicht vergissen".
De militair, die, om welke reden dan ook, kennis wenscht te
maken met de Vorstenlanden en daarvan het wegennet wil leeren
kennen, neemt geen kaart van 1500 000 in handenhij weet voor
uit, dat ze hem niet zal bevredigen.
Terwijl sommigen meenen, dat onze residentie-kaarten van
1:100 000 als militaire kaart voldoende bruikbaar zijn wenschen
anderen die kaarten op 150 000 te samengesteld te zien en, in verband
daarmede, méér gedetailleerd.
Terwijl dus de laatsten zeer te recht beseffen, dat op de kaart
van 1 100 000 niet veel meer kan worden aangegeven dan er nu
op voorkomt, verlangt X. voor zijne studiën op de kaart van
1500 000 aan te treffen, hetgeen alleen op eene kaart van 1100 000
of 150 000 kan worden aangegeven.
Ook de voorstelling van het bergterrein vindt X. niet altijd oor
deelkundig en nauwkeurighij wil o. m. nog eenige toppen aange
geven hebben.
Aan overvulling der kaart, wanneer alles vermeld zoude zijn wat
X. begeert, heeft hij blijkbaar ook hier niet gedacht.
We weten natuurlijk niet, wie X. is wèl weten we, dat het berg
terrein van de etappe-kaart is gearceerd door een der bekwaamste
graveurs van de topographische inrichting te 's Hageonder het
toezicht van den zoo verdienstelijken en kundigen chef dier inrichting,
den Heer Eckstein.
In afwachting van eene meer juiste omschrijving van hetgeen X.
meer nauwkeurig of oordeelkundig verlangt voorgesteld te zien, ver
meen ik den Lezer te mogen aanraden, zich aan de zijde van den
Heer Eckstein te scharen.
Zoo lezen wij ook op bladzijde 625
„Ook het gebergte had nauwkeuriger kunnen worden aangegeven.