- 232
Toppen als de 900 [lees: 806.7] M. hooge Pandan en de 677 M.
,,liooge Boetakmet den 806 M. hoogen Lasemde hoogste van het
„gewest, hadden beter aangegeven en tevens genoemd kunnen worden".
"Wat X. eigenlijk verlangt, is hier minder duidelijk.
De namen van de Pandan en Lasem komen zeer duidelijk met
de aangifte der hoogte van die bergen op de étappe-kaart voor.
Men ziet, dat het zaak is, de op apodictischen toon gestelde aan
merkingen van X. sous bénéüce d'inventaire aan te nemen.
Evenzeer zouden gegronde aanmerkingen te maken zijn op de
critiek, voorkomende op bladzijde 624, waar tal van witte plekken
kleur dor onschuld, volgens de humoristische uitdrukking van X.]
zouden bestaan op de étappe-kaart.
X. heeft ook hier minder juist gezien.
De bewoordingen, waarin X. hier zijne aanmerkingen heeft ver
meend te moeten inkleeden, weerhouden mij, langer bij deze onjuist
heden stil te staan.
Dit schrijven neemt reeds nu meer ruimte in dan ik wel wenschte
daarom zal ik afzien van eene weerlegging van zoo veel, dat X.
den Lezer ten beste gaf.
Een enkel woord echter vinde nog plaats, om het door X. omtrent
Besoeki aangeteekende toe te lichten, aangezien hooger reeds sprake
was van den weg Djatiroto-Tanggoel.
Die plaatsen zijn op de nieuwe kaart niet onderling verbonden.
Waarom niet?
Omdat de vervaardiger van de kaart van 1862 dezelfde persoon
is als de samensteller van MelvïlVs kaart van 1856 en in 1862,
in overeenstemming met den Resident van het gewestden weg niet in
zijn kaart opnam.
Toen de Resident van Besoeki in 1877 verklaarde, niets meer of
beters te kunnen verstrekken dan de gegevens, voorkomende op de
kaart van 1862, bestond er voor den samensteller der nieuwe étappe-
kaart geen enkele reden, om do kaart van 1856 te volgen.
Wellicht verkeerde de weg Djatiroto-Tanggoel in vroegere jaren
11856] in goeden staat, doch later in 1862 in zoodanigen vervallen toe
stand, dat men hem niet langer op de kaart wenschte te doen voorkomen.