237 doelen en wel bepaaldelijk infanterie en artillerie zoo getrouw als dit met schijf.beelden mogelijk is, na te bootsen. Alleen hierdoor werd reeds een belangrijke stap voorwaarts ge daan, daar men op deze wijze zich het middel verschaft, een dege lijker en meer vertrouwbaar oordeel te krijgen over de werkelijke vuuruitwerking der verschillende projectielsoorten. Maar ook het oog wordt' door dergelijke nagebootste doelen veel meer geoefend, dan anders het geval was. Men leert nu rekening houden met de wezenlijke hoogte van ieder verschillend doel; men moet zich dus ook op die wijze leeren gewennen, niet alleen aan de afmetingsver houdingen, waarop zij zich op verschillende afstanden aan ons oog voordoen, maar ook aan het vlug en met zekerheid schatten van de wezenlijke ligging van de springpunten der projectielen ten opzichte van het doel; de schoten dus, wat hunne waarde betreft, behoorlijk waar te nemen. Hoewel, wat dit laatste betreft, de theorie werkelijk eenvoudig is, levert de practijk daarbij echter zoovele zwarigheden op, dat oefening, én wel veelvuldige oefening, alleen in staat is, zich tot een tamelijk goed waarnemer te vormen. De Majoor Bohne heeft in zijne ver handelingen over „das Schieszen der Feld-Artillerie" zulke sprekende cijfers aangegeven, waardoor de waarheid van practijksbezwaren, aan het waarnemen verbonden, zoo onomstootelijk bewezen wordt, dat op dit gewichtige onderdeel der oefeningen niet genoeg de aandacht kan worden gevestigd. Toch moet ik helaas erkennen, dat mij bij meer dere oefeningen is gebleken, hoe weinig men over het algemeen nog hiervan bij ons is doordrongen, en hoe lichtvaardig menigmaal, zelfs door officieren, het welslagen van een inschietoefcning in de waag schaal wordt gesteld, door voor een onzeker of twijfelachtig waarge nomen schot toch een beslist resultaat aan te geven. Al wat in dit opzicht het waarnemingsvermogen van het oog kan oefenen, moet vlijtig betracht wordenmet iederen invloed moet re kening worden gehouden. Daartoe is het noodig, dat men zich met die invloeden als het ware leert vereenzelvigen. Windrichting, windkracht, luchtsgesteldheid, lichtsterkte om en bij het doel, voorgrond, achtergrond, en in groote mate het doel zelf, oefenen alle verschillende invloeden uit op de resultaten der waarneming.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 250