239 De invloed dier oefeningen heeft reeds nuttig effect gehad. Ik geloof toch, dat daaraan kan worden toegeschreven, dat een der aan die oefeningen deelgenomen hebbende batterijcommandanten zich er toe gezet heeft, om, voor het eerst in Indië, het inschieten der artil lerie te velde openlijk als onderwerp van beschouwing te behandelen. Den kapitein Boetje breng ik hulde, dat hij in dit opzicht in de Indische militaire literatuur de baanbreker is geweest. Het verspreiden van degelijke begrippen omtrent het inschieten te velde, is, vooral in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, van groot belang, omdat men door wrijving van denkbeelden mogelijk in staat kan zijn, licht te verspreiden over verscheidene twijfelachtige zaken, waardoor de taak van hen, die mogelijk spoedig met het ontwer pen van vaste schietregels voor onze mobiele Indische artillerie belast zullen worden, belangrijk kan worden vergemakkelijkt. En die taak is niet gering. Toerde ik hiorvoren reeds aan, dat er wel algemeene beginselen zijn, waardoor alle schietregels be- heerscht worden, de schade, die men wenscht aan te richten is natuurlijk een hoofdfactor, waarop bij de samenstelling der afzonder lijke regels moet gelet worden. Die schade nu is afhankelijk van het doel. Nader betoog dienaangaande zal wel overbodig zijn. Het is toch voor ieder duidelijk, dat, zoowel als bij levende doelen uitsluitend buitengevechtstelling wordt beoogd, doode doelen hoofdzakelijk dienen vernield te worden. De wijze nu, waarop die buitengevechtstelling moet worden ver kregen, kan weder zeer verschillend zijn, naar gelang van de wapen soort en de opstelling van het dool. De omstandigheid, dat in Europa aard en opstelling der onder scheidene doelen in hoofdzaak bij alle legers gelijk zijn, maakt, dat de schietregels bij de verschillende mobiele artilleriën, voor het ge bruik te velde daar aangenomen, in hoofdzaak met elkander over eenstemmen. Hier echter is dit geheel anders. Het onderscheid toch of men een honderdtal, van goede vuurwapens voorziene Euro- peesche soldaten, die zich in een Europeesch dorp hebben genesteld, tot doel heeft, of wel honderd met gebrekkige vuurwapens bewa pende Inlandersdie een kampongrand verdedigen, daaruit moet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 252