242
peering, te doen plaats hebben, welke de uitwerking kunnen verhoogen.
De schietregels zullen moeten zijn beknopt en zakelijk, en toch
zoodanig, dat zij in geen enkele omstandigheid den artilleriecomman
dant in verlegenheid laten, maar hem altijd den middenweg verschaf
fen, dien hij noodig heeft.
Ik herhaal het, de samenstelling dier regels zal een moeilijke taak
zijn. Maar juist daarom te meer verdient de oordeelkundige maat
regel toejuiching, waardoor het programma der practische oefeningen
voor de mobiele artillerie in 1881 zoodanig werd ingericht, dat daar
door de gelegenheid werd verschaft aan tal van officieren, om de
theoretische beginselen van het inschieten aan de practische resul
taten te toetsen, en door groote vrijheid de weg werd opengelaten,
om, door eene vergelijking van de algemeene uitkomsten, als het
ware een grondslag te vormen, waarop de groote taak. die onder
nomen zal moeten worden, kan worden gebouwd.
Ik heb het nuttig geacht, mijne kameraden opmerkzaam te ma
ken, hoe zij, zonder er wellicht zelf aan te denken, reeds hebben
medegewerkt aan de voorbereiding tot het belangrijke werk, dat te ver
richten is: de samenstelling n. 1. der schietregels voor onze artillerie
te veldeen zoodoeude den lust tot studie in die richting op te wekken.
Ik geef gaarne toe, dat mijne opmerkingen mogelijk weinig dege
lijks bevatten. Men gelieve echter alleen rekening te houden met
het doel, en zij gedachtig aan de woorden van Voltaire: „L'homme
„de goüt ne lit que le bon, mais l'homme d'état permet le bon et
„le mauvais."
Banjoebiroe, 20 April 1882.
Joh. C. Yeenhuijzen.