251 daarstelt, hetgeen, naar onze meeuing, een logische fout is. De omschrijving der patrouille is eenvoudig de omschrijving van den gewapenden arm, Ja force publiquevan art. 209 Code Pénal, of wel art. 143 van het W. v. S. voor Ned. IndiS, voor Europea nen, en leidt tot de conclusie, dat verzet tegen die patrouille (of wacht), of tegen de manschappen dier patrouille, een misdrijf is te gen het openbaar gezaghet misdrijf van wederspannigheid of rebel lie (art. 143. W. v. S.). Bij het toebrengen van slagen zonder en met verwonding van een der manschappen zijn de art. 163 en 164 W. v. S. v. Europ. in N. I, toepasselijk. Wenschelijk is voorzeker, bij eene herziening van het Crimineel Wetboek, de aanvulling der in de wet bestaande gaping door eene speciale bepaling, welke aan de militaire patrouilles of wachten eene bijzondere bescherming verleent en hare aanranding door militairen tot een zuiver militair delict maakt, onverschillig welken rang de beleediger bekleedt. Zoolang echter deze bepaling niet bestaat, komt de leer, door het Hoog-Militair-Gerechtshof van Nederlandsch-Indiëbij sententie dd°. 20 Januari 1882, gehuldigd, waarbij door dat College het geweld dadig verzet tegen eene militaire patrouille als rebellie wordt beschouwd ons als de meest rationeele voor. Metis. Art. 143. Elke aantasting, elke gewelddadige en feitelijke wederstand tegen de bedienende beambten, de openbare magt, degenen, die over de invordering der schat ten en opbrengsten gesteld zijn, hunne deurwaarders, degenen, die over de inkomende en uitgaande regten gesteld zijn, de geregtelijke bewaarders, de ambtenaren en onder geschikte beambten en bedienden van de administratieve of de regterlijke politie, han delende ter uitvoering van algemeene verordeningen, van bevelen of bevelschriften van het openbaar gezag, van regterlijke bevelen of vonnissen, is wederspannigkeid, straf baar naar de onderscheidingen van de volgende artikelen. (Code Pénal 209). Art. 163. De gewelddadigheden (bestaande in het toebrengen van slagen zonder dat er verwonding uit ontstaat) gerigt tegen een bedienend beambte, een agent der open bare magt, een ondergeschikten bediende of beambte van de politie of een ingezeten belast met eenige openbare dienst, in of ter gelegenheid van de waarneming zijner bediening, worden gestraft met gevangenisstraf van één tot zes maanden. (C. P. 230). Art. 164. Zoo de gewelddadigheden, vermeid in art. 163, bloedstorting, kwetsing of ziekte veroorzaken, is de straf, gevangenis van twee tot vijf jaar. Zoo die gewelddadigheden binnen veertig dagen den dood ten gevolge Hebben, wordt de schuldige gestraft met den dood. (C. P. 231).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 264