254 Bij dien cursus wordt les gegeven wekelijksch gedurende 4*/2 uur in de Tactiek; 4 Strategie; 3 Terreinstudie 11/2 n Legerorganisatie; 2 "Wapenleer; 2 Versterkingskunst en Pionierwetenschap; 11 /2 Rechtspleging, terwijl '3 lessen per week aan het loeren rijden besteed worden. Het eindexamen wordt afgenomen door eene commissie, bestaande uit: een generaal, den directeur zoomede de onderwijzers van den cursus, benevens 2 uit den troep door den Minister van Oorlog gekozen hoofdofficieren. De kapiteins, die den cursus meemaken en niet voldoen, mogen geen hoofdofficier worden; terwijl zij, die den cursus niet volgden [het bij wonen er van is niet verplichtend] en eveneens niet slagen, voor de 2C maal examen mogen doen. Ieder jaar kunnen 90 kapiteins op den cursus geplaatst worden, van welke er doorgaans niet minder dan 70 slagen. Alleen in het jaar 1881 verkreeg men minder goede resultaten, dewijl toen slechts 54 van de 90 aan het examen voldeden. Over de werking van dit examenstelsel is men in Oostenrijk zeer tevreden: „paree qu'il parait assurer a l'armée un recrutement d'officiers supérieurs, qui présente toutes les garanties d' instruction désirables. Zoo althans zegt de Revue Militaire de VEtrangerin haar nummer 538 van 1 November 1881. Be pas van den Indischen soldaat die van 0,63 M. is vrij klein, maar tevens te snel. Wanneer men onderling vergelijkt de gemiddelde lengte der verschillen de volkenrassen en de grootte van hunnen militairen pas, dan is daar- tusschen weinig verband te vinden. Bij het maken dezer vergelijkingen treft het ook, hoe bijzonder klein, maar tevens vlug de Nêderlandsch- Indische pas is. Wij verliezen hierbij niet uit het oog, dat ten deze ook rekening moet gehouden worden met de gemiddelde weerstemperatuur van het land en de gemiddelde physieke kracht van het volk. Wij vermelden hier eenige gegevensaan de Lezers het maken van meer gevolgtrekkingen overlatende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 267