U en alleen met de nasporing van misdrijven en liet inwinnen van inlichtingen werkzaam te zijn, maakte de aanstelling van personen voor de gerechtelijke politie volstrekt onmisbaar. Tan daar dat art. 2 van het reglement op de strafvordering bepaalt, dat met het opsporen der misdrijven en overtredingen, volgens de onderscheidingen, bij de wettelijke bepalingen gemaakt, do volgende ambtenaren belast zijn, elk voor zooveel aangaat de uitgestrektheid van het grondgebied, voor hetwelk hij is aangesteld, te weten: le. de hoofdschouten, schouten, onderschouten en verdere onderge schikte beambten van rechterlijke politie en hunne bedienden 2e. de residenten en adsistent-residenten 3e. de ambtenaren van het openbaar ministerie; 4e. alle beambten en andere personen, in zaken bij bijzondere wetten en wettige verordeningen aan hunne waakzaamheid toevertrouwd. De officieren van justitie zijn ambtshalve belast met de nasporing en vervolging van alle misdrijven, waarvan de kennisneming tot hun ressort behoort en wel daartoe gelijktijdig gerechtigd: le. die bij den raad van justitie binnen, welks ressort het misdrijf is begaan; 2«. die bij den raad van justitie, binnen welks ressort de beklaagde woont 3e. die bij den raad van justitie, binnen welks ressort de beklaagde zal worden gevonden. In geval van gelijktijdige bemoeiing van onderscheidene officieren van justitie, zal diegene hunner steeds met de vervolging der zaak belast blijven, die bjj do vorenstaande rangschikking vroeger is geplaatst. Naar analogie van bovenstaande bepalingen zal daar dit onderwerp in het Reglement op de militaire Rechtspleging niet is geregeldeen militairdie, uit het garnizoen van Semarang afkomstig, in hot hospitaal te Oenarang tijdelijk verpleegd, aldaar eenig misdrijf, b. v. insubordinatie, begaat, niet vóór den krijgsraad te Semarangdoch vóór dien te Willem 1 terechtgesteld moeten worden. Opmerking verdient dat hoewel een misdrijf is en blijft een mis drijf het nergens als eene bepaalde verplichting aan het O. M. is opgelegd, alle misdrijven te vervolgen. Er kunnen staatkundige of door menschel jjkheid, dan wel door voorzichtigheid, aangegeven redenen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 27