bestaan, welke gebieden, van het strenge recht iets te laten varen. Zoodra aan het O. M. eenig misdrijf bekend is, zal een vooronder zoek moeten plaats hebben. Dit vooronderzoek voorloopige onderzoek) kan worden onderscheiden in a. de zoogenaamde voorloopige informatielij waarbij onderzocht wordt of er een misdrijf is gepleegd en wie als de vermoedelijke dader daarvan zou kunnen worden beschouwd (art. 41 van het reglement op de strafv.) b. de eigenlijke instructie gerechtelijk onderzoek) tegen een bepaald aangewezen persoon, nadat de Daad van Justitie, op grond van het resultaat der voorloopige information, tegen dien persoon rechtsingang verwijzing„sensu militari", naar den krijgsraadheeft verleend (art. 60 van het regiem, op do strafv.) In dit tweede stadium der- instructie is het te doen om bewijzen van schuld tegen dien bepaalden persoon te verzamelen. Yet die instructie moeten vooral niet vei wat d worden de voorloopige information, die opgedragen zijn aan een lid van den Raad van Justitie, „vechter-commissaris" genaamd, diezonder tusschenkomst of voorkennis van den Raad, enkel op requisitoir van liet O. M., de noodige inlichtingen moet inwinnen. Yan den uit slag der voorloopige informatiën moet het afhangen of er al dan niet gronden zijn om eene instructie (gerechtelijk onderzoekaan te vangende voorloopige informatiën dienen ont dat te onderzoeken en zij zijn tevens casn quo de voorbereiding der instructie (gerechtelijk onderzoek in den zin van R L.), waarvan zij den eersten grondslag leggen. Onze oude rechtsgeleerden onderscheidden reeds tusschen inquisitio generalis, waaronder zij verstonden het onderzoek in het algemeen (het vooronderzoek) of er een misdrijf bestond, en inquisitio specialis, zijnde het onderzoek naar schuld ot onschuld van een bepaald per soon,. die als dader van het misdrijf aangeklaagd was. (Ygl. Carpso- vius Prat. res. Grim. Qu. 107, No. 9, waar térplaatse het kenmer kend onderscheid tusschen het algemeen en bijzonder onderzoek kort en klaar is aangewezen). Opmerkelijk is het, dat terwijl de manier van procedeeren voor het Krijgsvolk te Lande in vele opzichten overeenkomstig die der oud-Hollaudsche wijze van procedeeren is, de militaire wetgever ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 28