278 de overtuiging moet gevestigd hebben, dat de aanneming dezer wetsont werpen noodzakelijk is. Ik acht mij dus onbezwaard, mijne stem aan deze wetsontwerpen te geven. De artt. 14 van het wetsontwerp tot wijziging van het Orimineel "Wetboek voor het krijgsvolk te lande worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming achtereenvolgens goedgekeurd. De Voorzitter: Op art. 5 is door de Commissie van Rapporteurs voor gesteld, om het woord geblinddoektte doen wegvallen, welk amendement van Regeringswege is overgenomen. Art. 5, thans luidende „De doodstraf wordt aan den veroordeelde met den kogel uitgevoerd. „In de gevallen bij de wet bepaald, spreekt de militaire regter bij het vonnis tevens de eerloosverklaring van den schuldigverklaarde uit. „Die eerloosverklaring heeft dezelfde gevolgen als bij het gemeene regt aan eene veroordeeling tot de tuchthuisstraf zijn verbonden.," wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 6 wordt vervolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over art. 7, luidende: „De militaire gevangenisstraf bestaat in opsluiting in eene militaire strafgevangenis, met verpligting tot arbeid. „Zij wordt opgelegd voor niet minder dan één en voor niet meer dan vijftien jaren. „Bij veroordeeling tot militaire gevangenisstraf van vijf jaren of meer, spreekt de regter bij het vonnis tevens de in art. 11 vermelde vervallen verklaring uit. „Bij veroordeeling tot militaire gevangenisstraf van minder dan vijf jaren, spreekt de regter tevens de in art. 12 vermelde ontzegging uit. „Op de wijze en in de gevallen, bij het gemeene regt ten opzigte van de correctionele gevangenisstraf vastgesteld, kan de regter bepalen, dat de militaire gevangenisstraf in eenzame opsluiting zal worden ondergaan. „De straf wordt alsdan ondergaan in eene der gevangenissen, voor eenzame opsluiting bestemd of ingerigt."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 291