285
een register werd aangehouden, waarin de duplicaten of triplicaten der
ontvangst-bewijzen geboekt werden. Het ontbreken der bescheiden zou
hierdoor niet meer kunnen voorkomende controle op verstrekkingen zou
gemakkelijker worden.
Artikel 16 der Instructie voor het voeren der administratie bij com-
pagniën en detachementen staat de dadelijke invoering, eigener autoriteit,
van het door ons bedoelde register in den weg.
Eventueel echter zal o. i. hierop moeten worden gelet.
IV. Bespaarde gelden.
Ingevolge de bepalingen op het stuk van bespaarde geldenontvangt
ieder deelhebber in het spaarfonds een spaarboekje.
De spaarboekjes, die eigenlijk in handen van den man behooren gela
ten te wordenvindt men bij schier alle compagniën en detachementen
op de compagnies- of detachements-bureaux bijeenverzameld teneinde het
zoekraken te voorkomen, en waarschijnlijk ook, omdat ze anders lichte
lijk in een onoogelijken toestand zouden verkeeren.
Ofschoon deze argumenten er voor pleiten, om de spaarboekjes niet
in handen van den man te latenkunnen wij deze handeling toch niet
goedkeuren, en wel omdat men hierdoor het indienen van reclames be
vordert, vooral wanneer een spaarboekje in het ongereede is geraakt.
De man, die gelden ter besparing afgeeft, teekent in zijn boekje niet
af voor het gestorte bedrag, doch wèl bij terugname zijner spaarpennin
gen.
Wanneer het afteekenen echter in beide gevallen plaats had, dan zou
den vele reclames worden voorkomen. Yaak zagen wij gebeurendat een
spaarder reclames inbracht, een hooger bedrag soms eene aanzienlijke
som meer te hebben gestort, dan de aanteekening in zijn spaarboekje
aanwees. Dikwijls gebeurt ditomdat na een reëngagement een groot
bedrag niet bij den detachements- of compagnies-commandant wordt ge
stort ter besparingmaar in bewaring toevertrouwd aan den sergeant
majoor of eenig ander onderofficier, die, naar gelang van de behoefte of
het verlangen van den eigenaar, telkens iets daarvan teruggeeft. Die
onderofficier treedt dus op als bankier.
Wanneer wij al aannemen, dat hij aldus geheel belangeloos handelt, dan
nog achten wij het verkeerd. Is de onderofficier een enkele uitgezon
derd in staat, om het in bewaring genomen geld te restitueeren wanneer
zijne ménagère (niets zeldzaamsof een ander diefstal bij hem pleegde