zuxmd hoeft, eeu voornaam onderwerp, dat daar uitstekend geregeld
was, betreffende het houden van een voorloopig onderzoek, in de
militaire rechtspleging over te nemen, terwijl de bepalingen omtrent
de confrontatie, art. 1 11 der Rechtspleging bij de Landmacht, nis
erfenis van het oud-Hollandsch recht, als rechtsbeginsel thans alge
meen veroordeeld, zorgvuldig zijn bewaard gebleven.
De betrekking van rechter-commissaris bij de voorloopige informa
tion is geheel lijdelijk en van het O. M. afhankelijk gemaakt en is
bij de verdere instructie zijne verantwoordelijkheid grootendeels op
de Rechtbank zelve overgebracht. Bij de voorloopige informatiën
heeft de officier van justitie de leiding van het onderzoek en de
rechter-commissaris behoort daar alleen de onpartijdige rechterlijke
ambtenaar te zijn, die het O. jVL. in het opsporen van misdrijven en
inwinnen van inlichtingen bijstaatmaar hij neemt geene andere
informatiën dan de verzochte en hij geefr van alles aan den officier
verslag. Bij de eigenlijke instructie tegen een bepaalden persoon
en na verleenden rechtsingang tegen den beklaagde, is de rechter
commissaris veeleer de gemachtigde der rechtbank, wier plaats hij
bij het onderzoek bekleedt; daar is hij geheel onafhankelijk van
het O. M en gaat met de instructie voort zoolang als hij noodig
acht of tot de stukken worden opgeeischt. Van daar, dat de rechter
commissaris zijne betrekking miskennen en zich aan onwettige han
delingen schuldig maken zoude, indien hij de voorloopige informatiën,
zonder het vragen van rechtsingang, in eene instructie tegen een
bepaalden persoon deed ontaarden. Een zoodanige verwarring van
die verschillende beginselen zal immer kunnen worden voorkomen,
indien men zich gedurig het eenige doel der voorloopige informatiën
voor oogen stelt; het verzamelen namelijk van aanwijzingen omtrent
het bestaan des misdrjjfs, afgescheiden van de toerekenbaarheid van
hetzelve aan een bepaalden persoon.
De wijze van het hooren van getuigen, bij art. 46 volg. regiem,
op de strafv. beschreven, geldt zoowel voor de eigenlijke instructie
als voor de voorloopige. informatiën.
Tsadat de voorloopige informatiën ten verzoeke van liet O. M.
hebben plaats gehad, is hij het die. naar aanleiding van derzelver
afloop, hetzij de geheele zaak laat rusten, hetzij daarvan aan een