288 den. Immers ook in de voorwaarden bestaan uiteenloopende verschillen. Ons dunkt, dat deze kleine premiën van Landswege moesten betaald •wordenterwijl de teruggevonden kogels en de ledige patroonhulzen, zonder betaling, in 's Lands oorlogsmagazijnen zouden moeten worden ingeleverd. Wij gelooven, dat eene dergelijke regeling bijval zoude vinden, en wat, vooral onder de tegenwoordige omstandigheden, van zeer veel gewicht is, voor de schatkist geene hoogere lasten zou medebrengen. Mati Panari. Waarom wordt aan sommige ter dood veroordeelden lijfsbehoud opgedrongen „Wat een allerliefst wapenbroertje houdt die Buitenposter er op na!", dacht ik na het lezen van het opstel, dat, onder den titel: Hoe de In dische Regeering omspringt met Militaire beginselenvoorkomt in No. 6 van dit Tijdschrift. Hoe is het mogeljjk, partij te trekken voor een sujet, als de daarbij bedoelde, in de Dag-order No. 24 van 1881 genoemde, Inlandsche fuselier M.Blijkbaar heeft die „Buitenposter" niet geweten, hoe de zaak in haar werk is gegaan. Mij zijn die omstandigheden bekend, daar ik toen te Padang was. Het gewichtige beginsel, dat er bij ter sprake kwam, noopt me te ver tellen, wat ik er van weet. Aan mijne kameraden laat ik over, te be- oordeelen, of de Regeering op den goeden weg is, bij een huurleger als het onze, gratie te verleenen van de doodstraf aan sujetten, die handelden als de thans in qualiteit van dwangarbeider dienstdoende „wapenbroeder". Het was op een namiddag in een van de laatste maanden van 1880, dat de Provoostgeweldige P. inspectie hield over de arrestantenkamers. In een dier localen bevond zich de bovenbedoelde Inlandsche fuselier M. Hij zat daar, in afwachting van de beslissing van den militairen rechter. Benige maanden te voren n. 1. had hij, in provoostarrest zijnde, den sergeant, die hem de boeien liet aanleggen, het deksel van een eetketel tegen de borst geworpen. Toen de Onderadjudant provoostgeweldige de arrestantenkamers visiteerde, lag de fuselier M. ongekleed op zijn slaaptafel. Niets was natuurlijker dan dat hem door dien onderofficier werd gezegd, dat de arrestanten bij zulk eene gelegenheid gekleed vóór hunne slaapplaatsen moeten staan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 301