297 te verbergen. Alleen een heel klein stukje van dat masker wil ik echter oplichten, n. 1. om aan de Lezers gesteld dat ik die heb te vertellen, dat ook ik gehuwd bon en insgelijks voorstander van de huwelijken dei- officieren; dat mijne vrouw afkomstig is uit de binnenlanden van Aziêy dat zij eveneens niet in weelde is opgevoed en ook de handen flink uit de mouw kan steken; en dat ik, in stede van vier, er slechts twee kin deren op na houd. Er zijn alzoo punten van overeenkomst en van verschil tusschen mijn collega en mij. Wanneer ik zeg „officieren", dan bedoel ik daarmede: „de officieren in het algemeen". Voor enkelen zou ik echter, als het kon, gaarne eene uitzondering maken. "V elen der Lezers van dit Tijdschrift zullen weten, dat bij een Konink lijk besluit van 9 December 1836 was bepaald, dat de 2e Luitenants, die bestemd waren voor den dienst in Indië, vóór hun vertrek geen. huwelijk mochten aangaan. Zulk eene bepaling, zelfs nog eenigszins uitgebreid, zou ik, om meer dan ééne reden, wenschen op nieuw te doen invoeren. Welke die redenen zijn, zal ik thans niet bespreken. Voor ieder, die zich de moeite van nadenken wil getroosten en die tevens om zich heen wil zien, springt de voornaamste reden dadelijk in 'toog. Wellicht heb ik later gelegenheid, om op dit voor ons Leger gewichtig onderwerp, terug te komen. Zou ik alzoo eene beperkende bepaling willen doen invoeren voor ongefortuneerde jonge officieren vooral voor hen, die pas uit Holland. kwamen, of die nauwlijks de schoolbanken verlieten ik juich het niet temin zeer toe, dat het Gouvernement er in 1871 toe is overgegaan, om de „zoogenaamde" storting af te schaffen. Ik zeg „zoogenaamde"! alhoewel het een leelijk woord is, waarvan dikwijls misbruik wordt ge maakt. Hier echter is het m. i. op zijn plaats. De „storting" toch bestond in den regel slechts in naam. De hoogst zeldzame uitzondering was, dat Luitenants 400.— 'sjaars boven hun tractement aan inkomen genoten. Wie staaltjes wil hooren van de betreurenswaardige hande lingen, waartoe die beperkende bepalingen op de huwelijken sommige officieren brachten, die indien Amor niet in 't spel ware gekomen nooit zouden hebben gedacht aan misleiding van het Gouvernement; wie wil weten, hoe die bepalingen oorzaak waren, niet alleen van ge wetenswroeging, maar ook van financieele zorgen, die raadplege enkelen van hen, die vóór 1871 zijn gehuwd. Dank zij het initiatief van Z, E. den Luitenant-Generaal W. E. Kroesen, 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 310