302 te gissen. Volgens 't geen belanghebbenden er over vertelden, waren tie moeilijkheden voor vele ambtenaren in de binnenlanden, om zich naar de hoofdplaatsen te begeven, waar militaire geneeskundige commissiën zijn, de voornaamste reden van afwijzing der gedane voorstellen. Ook kwam het gewicht van den „eed, bij de aanvaarding der bediening" door de civiele geneesheeren afgelegd, er bij te pas en beweerde men, dat het toch niet aanging, te twijfelen aan de juistheid van geneeskundige certificaten, waarin zelfs die eed was vermeld. Jaren verliepen voordat men iets naders van de zaak vernam. Intus- schen bleef het euvel bestaan en kon men nu en dan merkwaardige berichten lezen over ambtenaren, die vele maanden van te voren vertelden, dat zij in April van het volgende jaar (hoe toevallig, dat het bijna altijd April is), wegens ziekte, met verlof naar Europa zouden gaan. Hun huisdoctor had alzoo bijtijds verklaard, dat in het voorjaar een buiten- landsch verlof „dringend noodzakelijk" zou blijken te zjjn. Dat „dringend" vooral is menigmaal gebleken voor wijziging vatbaar to zijn. Blijkbaar bestaan verschillende trappen of gradaties van „dringend"; dan wel heeft men in de civiele praktijk treffende voorboelden van snellen ommekeer in het verloop eener ziekte. Althans mij is nog geen geval bekend van intrekking van een verlof, dat wegens ziekte van een officier „dringend noodzakelijk" was verklaard. Wel zou ik menig voorbeeld kunnen vermelden van officieren, die, volgens allen die hen van nabij kenden, werkelijk ziek waren, doch geen verlof naar Europa bekwamen, doordat de geneeskundige commissie zulk een verlof wel „wenschelijk,' doch niet „dringend noodzakelijk" oordeelde. Gelukkig is de militaire geneeskundige dienst sedert eenigszins huma ner gewoi'den jegens zulke werkelijk lijdende, doch niet-klagende, noch agraveerende officieren, en zijn er in de laatste maanden voorbeelden te noemen van wijziging van de „wegens langdurigen dienst" verleende buitenlandsche verloven, in verloven „wegens ziekte." Maar, zooals gezegd werd, in de civiele praktijk bleef het certificaten- euvel bestaan. Verloven wegens langdurigen dienst vormden de uitzon deringen verloven wegens ziekte bleven regel. Gemakkelijk was het niet, om op afdoende wijze die misbruiken tegen te gaan. Vele gewichtige belangen toch kwamen hierbij in 't spel. Niet ieder adviseur kon zich plaatsen op het eenig juiste, d. i. het Gouver- nementeele, standpunt. Het nieuwe pensioensreglement voor de burgerlijke ambtenaren in Nederla?ulsch-Indië toonde aan, dat de voorstellen van vroeger, versterkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 315