304 hebt u vergist in de beteekenis van die woorden, maar niet: Ik deeï' uwe Beschouwingen, of: ik deel ze niet, omdate. z. v. En dit ware mij wel zoo aangenaam geweest. Dus nogmaals: Miles Vetus beteekent: Oud soldaat. Méa culpa! Wat betreft het bijschrift der Redactie, daaromtrent doe ik het navol gende opmerken. Dat mijn brief met opstel door de Redactie ontvangen zijn, behoefde geen vermelding; waren ze niet ontvangen, dan konden ze ook niet in liet Tijdschrift gedrukt worden. Dat mijn brief het postmerk droeg Ambarawa 26 Mei 1882" is mede eene overbodige mededeeling; ik heb dien brief gedagteekend „Willem 17 Mei 1882" en, het postkantoor van Willem I is te Ambarawa. Algemeen bekend Rest nu nog het berigt, dat de Redactie „vermeend heeft, geene wij ziging te mogen brengen in spelling of leesteekens." Waartoe dient die ongewone inleiding bij de plaatsing van mijn be hoorlijk onderteekend opstel? Schuilt er in die, schijnbaar onschuldige mededeeling eene nevenbedoeling? Ik vrees van ja. Het heeft er wel iets van, of de Redacteur heeft willen zeggenspel ling en plaatsing der leesteekens zijn zóó slecht, dat ik neiging gevoeld heb ter zake mijn meesterschap te doen gelden. Ik ontken echter dat dit noodig of nuttig zoude geweest zijn; ook, omdat niemand de Redactie verantwoordelijk zal stellen, voor de c. q. door mij begane fouten. Heb ik die nevenbedoeling juist geraden, heeft de Redacteur, die mijne Beschouwingen in geen enkel opzigt wederlegde, en die niet heeft toe gelicht, wdirom hij aan het, hier algemeen veroordeelde, „Praatje over. straffen" e. z. v. plaatsruimte verleende, de lezers mijner repliek reeds bij voorbaat ongunstig willen stemmen, door te wijzen op spelling en lees teekens, dan ben ik hem daarvoor niet erkentelijk. Degelijke kritiek, vrijmoedige gedachtenwisseling omtrent de grondbe ginselen, nedergelegd 'in mijne Beschouwingen, zullen mij daarentegen steeds hoogst welkom zijn. Over komma's en punten disputeer ik niet; zelfs niet over oude of nieuwe spelling. Willem I, 24 Julij 1882. L. C. van Vleuten. Kapitein der Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 317