- 307 Uw verklaring, dat gij dat regt. een vloek acht, heeft een dubbel gebrek. Vooreerst bewijst ge daarmede niets; altbans niets tegen mijne stelling. Apodictisch uitgesproken, onbewezen, geheel subjectieve meeningen zijn geen bewijzen. En dan: ge verklaart: Uw Koning innig lief te hebben, en ge noemt een, door dien Koning geschonken regt, eenvloek voor de discipline, een vloek voor degenen die van dat regt gebruik maken Kunt gij dit als „oud soldaat", verantwoorden? Kunt ge dit over eenbrengen met die „innige liefde"? Kunt ge dien vloek motiveeren? Zoo doe het! Maar, lees eerst betreffende de door U veroordeelde „vrijzinnige denk beelden", aandachtig na, het opstel„De tegenwoordige positie van den officier der Infanterie in Nederlandscli-IndiëI. M. T. 1881 No. 12 en 1882 No. 1; een stuk, zóó meesterlijk geschreven, dat ik het niet waag, daaraan nog iets toe te voegen. Vooral, onthoud U in uw polemiek van aanmatigend neerzien op officieren, die nog niet zóó oud zijn, als gij schijnt te wezen. Onthoud U van hatelijkheden, waarop ik niet meer zoude antwoorden, omdat daartoe ons Tijdschrift niet bestemd is; omdat ik strijd voor beginselen, en die strijd niet mag ontaarden in personaliteiten. Verneem, dat die, thans door U zóó op den voorgrond gestelde, doch geheel onbeduidende, minder juiste vertolking van ook üw pseudonym, niet is do vrucht van mijne „geleerdheid", maar eigenlijk is te wjjten aan een heuschon Geleerde, een Latinist, die den Meestergraad behaalde aan een Hoogeschool in Nederlanden wiens mededeeling, dat „Miles Vetus beteekent: Duizend Deugden", door mij argeloos werd aangenomen, omdat ik geen Latinist ben, en ik, even als Gij, mij nog herinnerde, dat Mille Duizend en Vertu Deugd beteekent; 'zoodat ook ten deze „de Genestet's" Leekedichtje van toepassing is: „Wat ons de wijzen als waarheid verkonden, „Straks komt een wijzer, die 't wegredeneert Aanvaard ten slotte een welgemeenden handdruk, in weerwil uwer philippica; en geloof mij alhoewel onbekend, gaarne: Achtend en kameraadschappelijk, Uw Dienstvaardige Dienaar, L. C. van Vleuten Willem I, den 16en Augustus 1882. Senior (1) Niet te verwarren met mijn zoon, L. C. van Vleuten JuniorLeerling H. B. S. te Batavia5e studie-jaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 320