316 Met ijver werd dan ook die zaak door hem aangevat; en dat die ijver hem, terwijl hij wist dat reeds tot zijn eervol ontslag uit Z. M. militaire dienst, was besloten, tot den laatsten dag is bijgebleven, daarvoor strekken de hier volgende mededeelingen, in den zin van het destijds aan het Legerbestuur ingediend verslag zijner verrich tingen, tot waarborg. Mogen die mededeelingen daarom een gunstiger onthaal ten deel vallen, dan eenige alwetende oningewijden, in oppervlakkige be schouwingen en in een paar, als afdoende aangemerkte holle praatjes, aan deze nuttige proef hebben geschonken. Reeds ten jare 1879, werd den ondergeteekende, door den toen- maligen Hoofdintendant der Militaire Administratie, Kolonel Hofstede ter beproeving bij de escadrons kavallerie te Rijswijk, buitenlandsch, geperst hooi toegezonden, waarvan geen der kavalleriepaarden, wel ke pogingen wij ook in 't werk stelden, de geringste hoeveelheid wilde tot zich nemen. Zoodat die proef, op verzoek van den aan wezigen paardenarts l 5te klasse,in 't belang der gezondheid dier paarden, werd gestaakt. Daar echter, tijdens den ondergeteekende het kommnndo over het detachement kavallerie te Makassartoen een compleete kompagnie sterk, wras toevertrouwd, gedurende vier achtereenvolgende oostmoes sons, zoowel de paarden van dat detachement, als de jonge paarden daarbij in subsistence, instede van met gras, met gevlochten Austra lischof met versch, ongoperst, uit Maros Celehesafkomstig hooi werden gevoed, zoo kon hij, bij ondervinding verklaren, dat, alhoe wel de paarden te Rijswijknu hij door het ernstig verzoek van den aanwezenden paardenarts werd verhinderd, zulks, onder toediening van het dubbel ration graanvocder, nog een paar dagen te beproeven, dit hooi nog niet tot zich wilden nemen, de op Celebes ontvangen hooisoorten, binnen vijf dagen, door alle paarden werden genuttigd en een gezond en krachtig voedsel bleken te zijndaaruit af te leiden dat die paarden, hoewel minder gevuld en vleezig, veel opgewekter waren dan tijdens de grasvoederingdat zij, bij vermoeijende, zware marsehen, minder in transpiratie geraakten (een bewijs van meerdere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 329