317 kracht); en dat er, tijdens die hooivoederiug, schier geen ziektegeval te constateren viel. De Hoofdintendant antwoordde hieropdat Zijn HoogEdelGestrenge, van goed hooi, eveneens de uitkomsten verwachtte, hier medege deeld; doch dat, al mogten de opiniën hieromtrent ook verschillen, Zijn HoogEdelGestrenge toch noodzakelijk hooi in voorraad moest hebbendaartelkens als de Intendance dit verstrekken moestzij voor het geval stond, van ongehoord duur hare inkoopeu te moeten doen enwijl alsdan meestal de tijd en de gelegenheid ontbraken om dit hooi eerst te beproeven, zij, voor slechte waar, dikwerf bui tensporig hoogc prijzen betaalde; daargelaten nog de gevallen waarin geen of niet voldoende hooi verkrijgbaar was. Regtstrecksop be stelling, hooi uit Australië te laten aanvoeren, was niet minder kostbaar en ondoelmatig gebleken. Redenen waarom Zijn HoogEdel Gestrenge don ondergeteekende verzocht, bijaldien hem dit doenlijk was, een middel aan te geven, waardoor de Intendance, in den vervolge, niet meer voor zoodanig geval behoefde te staan, noch voor een artikeldat stellig voor lagere prijzen kon geleverd worden en waarvan een groot gedeelte slechts tot paltmiddel werd gebruikt, zulke liooge prijzen te besteden. Daarvan grashooi kan worden gewonnen zoo is het wel immer bekend geweest, dat, in Nederlandsch-Indiêhooi kon worden ver vaardigd. Dat dit hooi tot voedsel van vee en paarden kan dienen, was eveneens bekend. Doch, om hooi, zonder gevaar voor brand of bederf, in groote hoeveelheden te kunnen opleggen, daartoe was nooit een middel beproefd. Zoodat het Leger nimmer tot een alge- meenc hooivocdering overging en de Intendance, wanneer zij dit voor transportenenz. behoefdesteeds tot den handelalhier of in den vreemde, hare toevlucht moest nemen en zich vergenoegen met hetgeen zij van dezen, zeer duur, erlangen kon. Ware het met zoodanige oplegging alhier, even als in Europa gesteld, alwaar men, bij verbranding of bederf der opgelegde hoe veelheid dadelijk tot een nieuwen aankoop kan overgaanalsdan zou zulks geen bezwaar opleveren; maar de bewoners dezer gewes ten, blijven, wegens den schier alom bestaanden overvloed van gras, en de weinige paarden die zij, individueel, bezitten, deze van groen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 330