322 Die loodsen hebben, met al wat daarin was aangebragt, voldoende aan do bestemming beantwoord. De liooipersen, tot behoud waarvan en ter voorkoming van onge lukken, men zich herhaaldelijk van hare waterpasstelling en goede bevestiging overtuigde en waarvan de schroeven steeds met gezuiver de klapperolie werden gesmeerd, hebben uitstekend voldaan; en zijn, tot op heden, niet in 't minst beschadigd. Het gras, dat, verseh gesneden, van af des voormiddags, ongeveer elf ure, nabij de werkplaats werd aangebragt, werd, ten vier ure gekeurd, gewogen en, ter plaatse, tegen een cent per kilo, betaald. Waarop het dadelijk, afgezonderd van het in vorige dagen aangebrag- te, op het exercitieterrein werd uitgespreid. Er werden twee soorten gras aangekocht, en wel: gewoon lang, zoogenaamd tuingras, der hooge gronden van het land Struiswijk en het bovenvermelde kassoeranzoodat er eigenlijk twee soorten hooi gewonnen zijn. Beide soorten werden gretig door de paarden genuttigd. Gedurende de vier maanden waarin de ondergeteekende te Meester- Cornelis werkzaam waswerdenter beproevingzijne twee dienst paarden, aldaar voortdurend met monsters van het ter verzending gereed liggende hooi gevoederd. Zij werden daarvan zoo weelderig, dat hij het noodig achtte, tijdelijk het toedienen van graanvoeder achterwege te laten. Uitgezonderd des Zondagsals wanneer al het in bewerking zijnde hooi in oppers bleef staan, was de dagelijksche dienst als volgt geregeld Des morgens ten 6 ure, waren alle manschappen aan de werk plaats present. Alsdan werd aangevangen met persen van hetop den vorigen dag, als daartoe geheel geschikt zijnde, binnengehaalde hooi; het wegen en digt maken der volgeperste manden. Ten 9.] ure, het tijdstip waarop de onbeschaduwde, door daauw bevochtigde terreinen eerst droog beginnen te wordenwerd tot het uitspreiden van het in oppers staande gras en hooi overgegaan. Dit werd daarna, herhaaldelijk, om het uur, met naar Europeesch mo del, van bamboe vervaardigde hooiharken, gekeerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 335