323 Hierbij moet met zorg worden te werk gegaan; want, wordt er niet voldoende op gelet, dat de geheele partij gelijkelijk en luchtig gekeerd en aan de zon blootgesteld wordt; en dat vooral geen hooi in elkaar blijft zitten, alsdan kan het niet in zijn hart droog worden en ontstaat er in de oppers broeijing en bederf. Op deze wijze, was het gras, als er geen regen inviel, gewoonlijk binnen vijf dagen, tot goed hooi overgegaan en kon het naar binnen worden gehaald, wat, ten twee ure na den middag, geschiedde. Ten drie ure, werden alle hoeveelheden die lagen uitgespreidweer in oppers gezet. Waarna, ten vier ure, met het ontvangen, wegen en uitspreiden van het nieuwe graswat ongeveer ten zes ure was af- geloopen, werd geëindigd. Twee manschappen blevenom beurtendes nachts aan de werk plaats, met uitdrukkelijken last, tegen het nabijkomen met vuur ten strengste te waken. Wat de verhouding, in kwantiteit, tusschen alhier te winnen hooi en het daartoe benoodigde gras betreft, zoo kan de ondergeteekende thans met zekerheid verklaren, dat de verhouding van hooi tot gras, die hijvóór den aanvanghad gemeend op 1 5 te moeten opge ven wel degelijk als vaste bazis moet worden aangenomen wil men, in den vervolge, bij grooten aanmaak, of wanneer daarbij do leve ring van gras wordt uitbesteed, niet aan misrekening of teleurstelling zijn blootgesteld. Wel is het waar, dat de scheikundigen Scharlée en Bernelot Moens daarvoor de verhouding 1 4 hebben aangenomendat wil zeggen dat, volgens Ilun Ed. 23, 24 of 25 kilo's hooi, 100 kilo's gras ver tegenwoordigen, eene verhouding die volkomen juist is, als men, zonder verlies door regen, uitschot, enz., 100 kilo's gras tot hooi kan maken. Die Ileeren zullen echter niet verklarendat die verhoudingbij grooten aanmaak van hooi, tot bazis kan dienen. Drie achtereen volgende regenachtige dagen toch, zijn voldoende, om al het opliet veld liggende of in oppers staande hooi en gras, als onbruikbaar te moeteu verwerpen. Ook moet men niet wijzen op de voordeelige uitkomst, die, wat bedoelde verhouding betreft, de proefneming te Meester-Cornells, al-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 336